Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
1. Je start je antwoord met "yes" of "no"
2. Je kiest de juiste persoon (I, you, we, she, they etc)
3. Je herhaalt het eerste woord van de vraag
4. Als het antwoord "no" is, plak je daar nog n't (not) achter
Kijk maar eens naar de volgende video: