WI.MAVO.Thema6.les3

Thema 6 Woordformules

Les 3 (MAVO)
Reken met meer pijlen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 6 Woordformules

Les 3 (MAVO)
Reken met meer pijlen

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 Woordformules

  • Maak alle opdrachten in je schrift
  • Denk aan: schrijven met pen en tekenen met potlood
  • Kijk na met een rode kleur pen
  • Soms moet je een antwoord zonder berekening invullen in LessonUp. Dit is zodat LessonUp jouw antwoord kan nakijken. In jouw schrift verwachten we wel overal een berekening.  Ook als je een woord in moet vullen, schrijf je in je schrift de hele zin en in LessonUp alleen het woord.

Slide 2 - Diapositive

Op de volgende slides staan de antwoorden van de vorige LessonUp (les 2.2 Rekenen met een pijl)

Kijk zorgvuldig na met een andere kleur pen en verbeter en vul jouw antwoorden waar nodig aan.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Theorie Rekenen met meer pijlen

Slide 8 - Diapositive

Theorie Rekenen met meer pijlen

Slide 9 - Diapositive

       
Opgave 14:  Johan werkt elke zaterdag als pizzakoerier. Per bezorgde pizza krijgt hij € 2,-.
Zijn baas geeft hem per dag een vast bedrag van € 5,-.


14a. Bereken in je schrift hoeveel Johan verdient als hij tien pizza's bezorgt. En geef antwoord in een hele zin.

Op de volgende slide geef je alleen het bedrag wat hij verdient heeft.

Slide 10 - Diapositive

14a. Johan heeft met het bezorgen van 10 pizza's ... euro verdient

Slide 11 - Question ouverte

14a.             10 X 2 + 5 = verdiensten
                        20   + 5 = 25

Johan heeft met het bezorgen van 10 pizza's 25 euro verdient.

Slide 12 - Diapositive

       
Opgave 14: Nog steeds werkt Johan elke zaterdag als pizzakoerier. Per bezorgde pizza krijgt hij € 2,-. Zijn baas geeft hem per dag een vast bedrag van € 5,-.


14b. Bereken in je schrift hoeveel Johan verdient als hij 30 pizza's bezorgt. En geef antwoord in een hele zin.

14c. Bereken in je schrift hoeveel Johan verdient als hij 18 pizza's bezorgt. En geef antwoord in een hele zin.

Op de volgende pagina's geef je alleen het bedrag wat hij verdient heeft.

Slide 13 - Diapositive

14b. Johan heeft met het bezorgen van 30 pizza's ... euro verdient.

Slide 14 - Question ouverte

14c. Johan heeft met het bezorgen van 18 pizza's ... euro verdient.

Slide 15 - Question ouverte

       
Opgave 15: Maak deze opgave eerst in je schrift
Anne rekent voor haar verfwerkzaamheden met een pijlenketting.


15a. Welk bedrag moet je betalen als Anne vijf uur aan een verfklus heeft gewerkt?

Anne gebruikt een uurtarief en een bedrag dat ze eenmalig rekent (dat zijn haar voorrijkosten).
15b. Hoeveel euro rekent Anne per uur?
15c. Werk bedrag berekent ze maar één keer?

Slide 16 - Diapositive

15a. Als Anne vijf uur aan een verfklus heeft gewerkt kost dat ... euro

Slide 17 - Question ouverte

15b. Anne rekent ... euro per uur.

Slide 18 - Question ouverte

15c. Anne rekent eenmalig een bedrag van ... euro

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

       
Opgave 16:
16

Slide 21 - Diapositive

16a. Er zijn ... motoren nodig bij drie auto's

Slide 22 - Question ouverte

16b. Er zijn ... motoren nodig bij negen auto's

Slide 23 - Question ouverte

16c. Er zijn ... motoren nodig bij 13 auto's

Slide 24 - Question ouverte

       
Opgave 16:
16d. Er rijden 5 motoren mee. Uit hoeveel auto's bestaat het geldtransport dan?

Slide 25 - Diapositive

16d. Er zijn .... auto's met daarbij
5 motoren.

Slide 26 - Question ouverte

       
Opgave 16:
16e. Er rijden 13 motoren mee. Uit hoeveel auto's bestaat het geldtransport dan?

Slide 27 - Diapositive

16e. Er zijn .... auto's met daarbij
13 motoren.

Slide 28 - Question ouverte

      Opgave 17:
17

Slide 29 - Diapositive

17a. Op deze manier kunnen er ... mensen aan drie tafels zitten.

Slide 30 - Question ouverte

17c. Er staan ... stoelen rond vijf tafels.

Slide 31 - Question ouverte

17d. Er staan steeds per tafel ... stoelen (als ik de uiteinden niet meereken)

Slide 32 - Question ouverte

Klik de Emoji aan die het beste past bij hoe jij je voelt over deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Einde les 3
Heb je alle opdrachten in je schrift staan met berekeningen? Als dat het geval is ben je klaar.

Slide 34 - Diapositive