H1.2 Het deeltjesmodel

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2

Slide 1 - Diapositive

Welkom
laptop in je tas
boek op tafel
tas op de grond

we beginnen zo met de vraag van vandaag

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

waarom isoleert dubbel glas volgens het deeltjesmodel
dubbelglas
1 = glas
2 = (lucht)spouw
3 = coating
4 = afdichting
5 = vochtabsorberend materiaal
6 = afdichting

Slide 4 - Diapositive

Deze les:
-deeltjesmodel
- korte herhaling
-lezen blz.
- deeltjesmodel en fasen
-Aan de slag met de toepassingsopgaven of dichtheid afmaken

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen:

  • faseovergangen op microniveau beschrijven
  • het deeltjesmodel in verband brengen met stofeigenschappen
  • smelt- en kookdiagrammen van zuivere stoffen op microniveau verklaren


Slide 6 - Diapositive

Waarom het deeltjesmodel?
In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het deeltjesmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau
Het deeltjesmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Slide 7 - Diapositive

Macro en micro              NOTEER
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

microniveau: het deeltjesmodel
  1. Elke stof bestaat uit moleculen 
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen 
  3. Moleculen bewegen altijd! 
       Hoe hoger de temperatuur, 
       hoe sneller ze bewegen  
4.   Moleculen trekken elkaar aan.
5.   Tussen de moleculen zit afstand.
macro: stof
micro: moleculen

Slide 10 - Diapositive

van iedere stof
--> kun je de massa (in kilogram) en het volume (in liter) bepalen
--> met massa en volume kun je de dichtheid berekenen 

--> dichtheid is een stofeigenschap
 

Slide 11 - Diapositive

dichtheid: rekenen met formules

Slide 12 - Diapositive

dichtheid: rekenen met formules
m = 


V = 

kruiselings vermenigvuldigen
ρ=Vm

Slide 13 - Diapositive

De massa = 30 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
5 x 30 = 150 g/cm3
B
5 : 30 = 0,17 g/cm3
C
30 : 5 = 6 g/cm3

Slide 14 - Quiz

De dichtheid = 6 g/cm3
Het volume = 0,5 cm3
Bereken de massa
A
6 : 0,5 = 12 g
B
0,5 : 6 = 0,083 g
C
0,5 x 6 = 3 g

Slide 15 - Quiz

De massa = 24 g
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume
A
24 : 3 = 8 cm3
B
3 : 24 = 0,125 cm3
C
24 x 3 = 72 cm3

Slide 16 - Quiz

Stappenplan "werken met formules" (blz 172/173)
Vaak hoort bij een rekenopgave bij scheikunde een stuk tekst. Je moet dan zelf de informatie eruit halen die je nodig hebt voor je berekening én je moet duidelijk laten zien hoe je je antwoord berekent.
Leer daarom stap voor stap te werken met een stappenplan.

Slide 17 - Diapositive

Oefenopgave 
Op een industrieterrein vindt de politie een aantal onaangebroken vaten. Het etiket is helaas onleesbaar. In de vaten zit een kleurloze vloeistof. De politie wil graag weten welke vloeistof het is.
Een vat heeft een volume van 0,2 m3. De massa van de vloeistof in een vat is 160 kg. Gebruik ook de tabel op blz 179.
Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:
gevraagd:
uitwerking:
timer
2:00

Slide 18 - Diapositive

Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:  m = 160 kg en V = 0,20 m3

gevraagd:                en welke stof ?

uitwerking:




                               opzoeken op blz 179  de stof is Lood!
ρ=Vm
ρ
ρ=0,2160=800m3kg

Slide 19 - Diapositive

De geur van een geurkaars
A
Macro
B
Micro

Slide 20 - Quiz


A
Macro
B
Micro

Slide 21 - Quiz

De moleculen trillen op een vaste plaats in het rooster.
A
Macro
B
Micro

Slide 22 - Quiz

Koperdraad is buigzaam
A
Macro
B
Micro

Slide 23 - Quiz

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 24 - Quiz

aan de slag 
lezen paragraaf 2 deeltjesmodel
klaar? start vast met opgave 3 t/m 8 vwo
opgave 4 t/m 9 Havo

Slide 25 - Diapositive

Macro-niveau
Micro-niveau

Slide 26 - Diapositive

NOTEER
Moleculen in een stof

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 30 - Quiz

Smeltpunt
Bij een smeltdiagram  zie je 
verschillende fasen-en overgangen
 als je warmte toevoegt.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Het smeltdiagram van stearinezuur.

Slide 33 - Diapositive

Verklaring met deeltjesmodel
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 34 - Diapositive

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 35 - Diapositive

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen tussen moleculen
moleculen gaan steeds harder trillen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 36 - Diapositive

gegeven: de stof is bij A gasvormig

1. Welke fase heeft de stof in C?
2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?


Slide 37 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 38 - Question de remorquage

aan de slag
opgave 3 t/m 8 van paragraaf 2 (blz 20 en 21)

Slide 39 - Diapositive