Woensdag 10 februari

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Woensdag 10 februari

Woordenschat en schrijven

nieuwe woorden thema 6 en schrijfopdracht

Grammatica

oefenen met de verleden en voltooide tijd

Pauze

Rekenen

Romeinse cijfers

DISK

!! ollaH

Woordenschat

Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema Verliefd zijn.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

verwachten

• waarschijnlijk gaat het gebeuren
  
• 'ik denk dat het zo zal zijn'
• vermoedelijk
  
• Zin: Ik verwacht dat het vandaag gaat regenen.
  

het winkelcentrum

• een paar winkels bij elkaar
  
• vaak onder één dak
• meestal met een supermarkt
  
• Zin: We zien elkaar in het winkelcentrum, vanmiddag!
  

passen

• meervoud van: de pas
  
• kleding aandoen en kijken of je het mooi vindt staan
• (kleren) uitproberen
  
• Zin: Ik ga dit jurkje even passen!
  

raden

• gokken
  
• een antwoord proberen te geven
• niet zeker weten
  
• Zin: Raad eens hoe oud ik ben? Inderdaad, ik ben 25.
  

de invloed

• iets wat gevolgen heeft voor iets of iemand anders
  
• macht hebben
  
• kunnen bepalen wat er gebeurt
  
• Zin: Vrienden hebben vaak veel invloed op jouw leven.
  

Maak zinnen met de woorden.
Regels
- denk aan de leestekens en hoofdletters;
- je schrijft minimaal 3 zinnen

De woorden: verwachten, het winkelcentrum, raden, passen, de invloed

Grammatica

We gaan oefenen met de verleden en voltooide tijd van werkwoorden. Je docent noemt een werkwoord en daarna een tijd (verleden of voltooid). Jij moet de juiste vorm opschrijven.

Schrijf de volgende zin in de verleden én voltooide tijd:
De man loopt over straat.

Schrijf de volgende zin in de verleden én voltooide tijd:
Ik lees dit boek.

Schrijf de volgende zin in de verleden én voltooide tijd:
De mensen deden een warme jas aan.

Kies nu één van de werkwoorden die op je tafel ligt. Schrijf er een goede zin mee.

      PAUZE !!

Rekenen............met............

Romeinse cijfers

  Romeinse cijfers kom je tegen op

Wat zijn Romeinse cijfers?

• Getallensysteem; symbolen/tekens die de Romeinen gebruikten als getal (Romeinen waren in een groot deel van Europa de baas.  Het Romeinse Rijk bestond van 753 voor Christus tot 476 na Christus.
• Er zijn nog veel overblijfselen uit die tijd
• Nu als bouwjaar van een gebouw
• op papier/horloge: ziet er 'sjiek' uit.

Het Romeinse getallenstelsel

M D C L X V I

M = 1000

D = 500

C = 100

L = 50

X = 10

V = 5 

I = 1

- De waarde van een Romeins getal vind je door alle cijfers bij elkaar op te tellen.

- Staat er een letter met lagere waarde voor een letter met hogere waarde

 dan moet je deze ervan af trekken.

IX = 9 omdat de 1 afgetrokken wordt van de tien.      

XL = 40 (50-10)                                      CM= 900    IX = 9 omdat de 1 is afgetrokken                                                                                           afgetrokken wordt van de tien.

XL = 40 (50-10)

XLVIII = 48 (50-10+8)

CM = 900

       

XLVIII = 48 (50-10+8)

CM = 900

Welke getallen staan hier?
V IX XII LV XIII LXXXIV CM

Welk jaartal staat hier?

Maak de getallen
7 11 14 50 46 330 490 900

Maak het jaartal .....1450

In welk jaartal is dit kerkje gebouwd?
Wat is het jaartal in Romeinse cijfers?

Nog geen tijd?   werken in DISK  thema 6