7b blok 1 week 3 les 4 Romeinse cijfers

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

lesdoel
Ik kan Romeinse jaartallen omzetten naar  jaartal.
Zoals

DCCCL = 850
D (500) + C (100) + C (100) + C (100) + L (50) = 850

Slide 3 - Diapositive

Wat is ons lesdoel
Welk Romeins getal staat eer?
 X
 IX
V
IV

Slide 4 - Diapositive

Regels

  Het grootste getal staat links, gevolgd door de kleinere getallen rechts.
Bijvoorbeeld: MDC = 1600 ( is 1000 + 500 + 100 ). ..

Er mogen niet meer dan drie dezelfde Romeinse cijfers na elkaar komen.

Staat een letter met een kleinere waarde voor een letter met een grotere waarde, dan trek je de kleinste waarde ervan af.
Alléén de I, X en de C worden in mindering gebracht. Dat mag slechts één keer. 

Slide 5 - Diapositive

Staat het grootste getal altijd?


A
links
B
rechts

Slide 6 - Quiz

Hoeveel Romeinse cijfers mogen er altijd naast elkaar staan?


A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Waar staat het getal 4 goed geschreven?


A
IIII
B
IV
C
VI
D
4

Slide 8 - Quiz

Welk getal staat hier?

CCC
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 9 - Quiz

Welk getal staat hier?

XC
A
100
B
110
C
90
D
900

Slide 10 - Quiz

Welk getal staat hier?

MCX
A
110
B
1110
C
1010
D
1090

Slide 11 - Quiz

Welk getal staat hier?

MCD
A
1400
B
1500
C
11500
D
1200

Slide 12 - Quiz

Welk getal staat hier?

MDCL
A
650
B
1540
C
1550
D
1650

Slide 13 - Quiz

De getallen 1 t/m 20 in Romeinse cijfers


I = 1, II = 2, III = 3, IV = 4, V = 5, VI = 6, VII = 7, VIII = 8, IX = 9, X = 10
Na het getal 10 wordt er herhaald.

XI = 11, XII = 12, XIII = 13, XIV = 14, XV = 15, XVI = 16, XVII = 17, XVIII = 18, XIX = 19, XX = 20

Slide 14 - Diapositive

 Tientallen in Romeinse cijfers


X = 10, XX = 20, XXX = 30, XL = 40, L = 50,

LX = 60, LXX = 70, LXXX = 80, XC = 90, C = 100, ...

Slide 15 - Diapositive

 Honderdtallen in Romeinse cijfers

C = 100, CC = 200, CCC = 300, CD = 400, D = 500,

DC = 600, DCC = 700, DCCC = 800, CM = 900, M = 1000, ...

Slide 16 - Diapositive

Wat weet jij nu van Romeinse cijfers?

Slide 17 - Question ouverte

Rekenen - 7b - blok 1 - week 3 - les 4
Maak eerst opgave 1

Daarna opgave 2

Dan opgave 0 (lees de opgave goed)

Daarna plussen

Slide 18 - Diapositive