1.
Beschrijvende vragen: waar is het / wat is daar?
2. Verklarende vragen: waarom is dat daar/ waarom is dat zo?
3. Voorspellende vragen: Hoe zal het in de toekomst zijn.
4. Waarderende vragen: Is dat daar gewenst?
5. Probleemoplossende vragen: waar kan .... het best gebeuren?