geef bij ieder werkwoord tussen haakjes aan hoe je het moet schrijven
voor ieder woord staat t.t. of v.t.
--> t.t. = tegenwoordige tijd
--> v.t. = verleden tijd
--> volt dw = voltooid deelwoord
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Uitleg:
geef bij ieder werkwoord tussen haakjes aan hoe je het moet schrijven
voor ieder woord staat t.t. of v.t.
--> t.t. = tegenwoordige tijd
--> v.t. = verleden tijd
--> volt dw = voltooid deelwoord
Slide 1 - Diapositive
( t.t. Slapen) jij de laatste tijd ook zo slecht?
Slide 2 - Question ouverte
Deze student ( t.t. geven) ouderen computerles.
Slide 3 - Question ouverte
Hoe oud (t.t. worden) je zus volgende week?
Slide 4 - Question ouverte
Wetenschappers ontdekten dat sporters met tatoeages de helft minder (v.t. zweten) doordat de zweetklieren onder de huid permanent waren beschadigd.
Slide 5 - Question ouverte
Heb jij (volt dw. mailen) om je aan te melden voor die auditie of durfde je niet?
Slide 6 - Question ouverte
Nelson Mandela, Aung San Suu Kyi en Gandhi (v.t. overtreden) de wet en werden vervolgd.
Slide 7 - Question ouverte
Machteld (v.t. vullen) het formulier helemaal in.
Slide 8 - Question ouverte
Wat fijn dat jij je mail altijd zo snel (t.t. beantwoorden).
Slide 9 - Question ouverte
De gemeente Utrecht ( v.t. testen) de nieuwe tramlijn naar de Uithof.
Slide 10 - Question ouverte
Jij (t.t. relaxen) te weinig na schooltijd.
Slide 11 - Question ouverte
De avonturier (v.t. vliegen) naar de zuidpool.
Slide 12 - Question ouverte
Ik (v.t. zullen) je iets willen vragen, maar ik durf niet zo goed.
Slide 13 - Question ouverte
Waarom (v.t. zijn) jullie te laat in de les?
Slide 14 - Question ouverte
Achter het hacken van de e-mails (v.t. zitten) twee jongens van vijftien jaar.
Slide 15 - Question ouverte
Elsa (v.t. printen) het verslag en gaf het aan de docent.
Slide 16 - Question ouverte
Hoe (v.t. kunnen) je dit nu doen?
Slide 17 - Question ouverte
De buurtbewoners (v.t. melden) de vuurwerkoverlast bij de politie.
Slide 18 - Question ouverte
Maak zelf een zin met een zwak werkwoord in de verleden tijd.
Slide 19 - Question ouverte
Maak zelf een zin met een sterk werkwoord in de voltooide tijd.
Slide 20 - Question ouverte
Instructie
Bedenk bij de volgende zinnen zelf of het gegeven werkwoord de persoonsvorm, onvoltooid deelwoord of het voltooid deelwoord is in de zin en in welke tijd de zin hoort te staan.
Slide 21 - Diapositive
Ik heb hem nooit (geloven) met dat rare verhaal.
Slide 22 - Question ouverte
Het inlogscherm op Magister is (veranderen).
Slide 23 - Question ouverte
Deze lastige spellingregels (onthouden) we nooit!
Slide 24 - Question ouverte
Nigel en Mark hebben (ontdekken) hoe je die sudoku kunt oplossen.
Slide 25 - Question ouverte
De jury (bedenken) zich en geeft de atleet alsnog de gouden medaille.
Slide 26 - Question ouverte
De politie (vertrouwen) het niet en arresteert daarom de man alsnog.
Slide 27 - Question ouverte
Sylvia zit (lachen) achter de computer.
Slide 28 - Question ouverte
Het meisje gooide de (verrotten) tomaten weg .
Slide 29 - Question ouverte
Verdorie, hebben jullie nu alweer van die gasten (verliezen)?
Slide 30 - Question ouverte
(Strompelen) kwamen de ongetrainde marathonlopers over de finish.
Slide 31 - Question ouverte
Chris en ik hebben de muziekjes (mixen) tot één geweldige playlist.
Slide 32 - Question ouverte
Verbeter de zin: kom ns hier riep ronnie tegen sinterklaas
Slide 33 - Question ouverte
Verbeter deze zin: de vrouw vroeg wat bedoel je
Slide 34 - Question ouverte
Verbeter de zin: ik hou van zingen dansen en skaten zei sofie