Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
werkwoordspelling 22
Deze les is een uitlegles.
Voor iedere zin word je gezegd wat voor soort woord of het is.
Ik zet een link onder deze dia, waar je een denkstappenkaart onder kunt vinden. Laat deze open in een extra tabblad op je computer.
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Deze les is een uitlegles.
Voor iedere zin word je gezegd wat voor soort woord of het is.
Ik zet een link onder deze dia, waar je een denkstappenkaart onder kunt vinden. Laat deze open in een extra tabblad op je computer.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Weet je nog?
Wanneer het in te vullen woord de persoonsvorm van de zin is gebruik je de bovenste helft van je denkstappenkaart.
Je let dan op enkelvoud/ meervoud
verleden tijd of tegenwoordige tijd
verleden tijd is het een klankvast of klankveranderend werkwoord
klankveranderend? Ik schrijf het woord zoals ik het hoor!
Slide 3 - Diapositive
Geen persoonsvorm?
is het in te vullen woord geen persoonsvorm?
gebruik dan de onderste helft van je denkstappenkaart!
Slide 4 - Diapositive
beschermen (bijv. gebruikt volt. dw)
In de dierentuin leven ... dieren
A
beschermde
B
beschermdde
Slide 5 - Quiz
overleven (voltooid deelwoord)
Willeke heeft de val ...
A
overleeft
B
overleefd
C
overleefdt
Slide 6 - Quiz
voorbereiden (verleden tijd)
Gisteren ... wij het toneelstuk ...
A
bereidden voor
B
bereiden voor
C
bereden voor
Slide 7 - Quiz
aanraken (bijv. gebruikt volt. dw)
De ... damsteen moet je verzetten
A
aangeraaktte
B
aangeraakdde
C
aangeraakte
D
aangeraakde
Slide 8 - Quiz
verwoesten (v.t.)
De brand ... vorige week het huis
A
verwoeste
B
verwoesde
C
verwoesdde
D
verwoestte
Slide 9 - Quiz
overvallen (v.t.)
De kinderen ... gisteren een bejaarde man
A
overvielen
B
overvalde
C
overvaldde
D
overvallen
Slide 10 - Quiz
meerijden (t.t.)
... jij met mij ...?
A
reed mee
B
rijd mee
C
rij mee
D
reedt mee
Slide 11 - Quiz
stilzitten (v.t.)
Alle kinderen ... ... te luisteren
A
zaten stil
B
zitten stil
Slide 12 - Quiz
achterblijven (volt.dw)
Vincent was alleen in het zwembad ...?
A
achtergebleven
B
achterblijven
C
achterblijft
Slide 13 - Quiz
binnenkomen (bijv. gebruikt volt. dw)
De ... man vertelde een spannend verhaal
A
binnen gekomen
B
binnenkomende
C
binnengekomen
Slide 14 - Quiz
proberen (gebiedende wijs)
... geen grap met mij uit te halen
A
probeer
B
proberen
Slide 15 - Quiz
verhuizen (volt. dw)
Wij zijn al twee keer ...
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt
Slide 16 - Quiz
verhuizen (t.t.)
Hij .... vandaag.
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisde
D
verhuisd
Slide 17 - Quiz
weven (v.t.)
De wevers ... vroeger linnen lakens
A
weefte
B
weeften
C
weefden
D
weefde
Slide 18 - Quiz
verhuizen (volt. dw)
Ben jij al ....
A
verhuist
B
verhuisde
C
verhuisden
D
verhuisd
Slide 19 - Quiz
denkbeeld
Slide 20 - Diapositive
schrijf op
Slide 21 - Question ouverte
langzamerhand
Slide 22 - Diapositive
schrijf het woord op
Slide 23 - Question ouverte
Wat is de spellingregel die je toepast bij het horen van een lange klank aan het einde van een lettergreep? zoals bij BOMEN
Slide 24 - Question ouverte
Wat is de spellingregel die je toepast bij het horen van een korte klank aan het einde van de lettergreep? BAKKEN
Slide 25 - Question ouverte
Hoe eindigen woorden in het meervoud? Wat zijn de laatste letters?
Schrijf 2 verschillende op.
Slide 26 - Question ouverte
Wat is de regel bij het schrijven van een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 27 - Question ouverte
technicus
Slide 28 - Diapositive
schrijf het woord op
Slide 29 - Question ouverte
museum
Slide 30 - Diapositive
schrijf het woord op
Slide 31 - Question ouverte
medicus
Slide 32 - Diapositive
schrijf het woord op
Slide 33 - Question ouverte
wat is het meervoud van podium?
Slide 34 - Question ouverte
Wat is het meervoud van stuiterbal?
Slide 35 - Question ouverte
Wat is het meervoud van taxi?
Slide 36 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
werkwoordspelling week 1
Mars 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
Toets spelling mavo
Novembre 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Werkwoordendictee 2
Décembre 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Toets spelling M/ H/V
Décembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
07-03 Blok 4.6 Spelling
Mars 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
werkwoordspelling 10
Janvier 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
werkwoordspelling les 1 gebiedende wijs
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
werkwoordspelling 5
Décembre 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1