Grammatica zinsdelen herhalen (De Brug) les 2

Grammatica 
Zinsdelen herhalen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica 
Zinsdelen herhalen

Slide 1 - Diapositive

Doel en planning
Doel: aan het einde van deze les heb je de theorie herhaald van grammatica zinsdelen: pv, ow, wg/ng, lv, mv, bwb en bijv. bep.

Planning: 
- terugblik gisteren - aantekeningen 
- herhaling: wat weten we nog?
- oefeningen maken en bespreken 

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je kunnen/kennen?
  • Zin verdelen door middel van zinsdeelstreepjes
  • Zinsdelen vinden en benoemen: pv, ow, wg/ng, lv, mv, bwb en bijv. bep.  
  • Zelf een zin maken met een bepaalde volgorde. 

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht! 
PV
OW
WG/NG
LV
MV
BWB

Slide 4 - Diapositive

Plaats hier je foto van je aantekeningen n.a.v. de twee filmpjes.

Slide 5 - Question ouverte

Van Citteren / heeft / 3D / een online les / gegeven. 
Van Citteren heeft 3D een online les gegeven. 
Van Citteren heeft 3D een online les gegeven
Van Citteren heeft 3D een online les gegeven. 
Van Citteren heeft 3D een online les gegeven. 
Van Citteren heeft 3D een online les gegeven. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 6 - Question de remorquage

Wat kun je nog vertellen over de bijwoordelijke bepaling?

Slide 7 - Question ouverte

WEL bijwoordelijke bepaling
GEEN bijwoordelijke bepaling
Opa moest heel hard lachen om die grap.
We krijgen een zak patat van de buren.
Jan is zijn band aan het plakken.
De bus naar Parijs rijdt regelmatig.
Ze reed met haar auto het bos in.
Laten we maar met de trein naar Amsterdam gaan.
Peter is opgegroeid in Amsterdam.

Slide 8 - Question de remorquage

Mij heeft niemand iets verteld.
Benoem het zinsdeel 'mij'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
naamwoordelijk gezegde (ng)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 9 - Question de remorquage

Hij kan verkeerd gelopen zijn.
Benoem het zinsdeel 'kan gelopen zijn'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
naamwoordelijk gezegde (ng)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 10 - Question de remorquage

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
naamwoordelijk gezegde (ng)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 11 - Question de remorquage

Biologie is een fijn vak.
Benoem het zinsdeel 'is een fijn vak'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
naamwoordelijk gezegde (ng)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 12 - Question de remorquage

Bijvoeglijke bepaling
Mijn oudste zus uit Amsterdam/ komt / vanavond / naar ons nieuwe, grote huis. 

oudste --> zus
uit Amsterdam --> zus 
nieuwe --> huis
grote --> huis 


Slide 13 - Diapositive

Je hebt net een voorbeeld gezien van de bijvoeglijke bepaling. Wat weet je er nog van?

Slide 14 - Question ouverte

Bijvoeglijke bepaling
  • De bijv. bep. geeft extra informatie over de kern (= belangrijkste woord) van een zinsdeel. 
  • De kern moet een zelfstandig naamwoord (of voornaamwoord) zijn.
  • Soms staat de extra informatie voor de kern, soms erna
  • Als er een komma tussen de onderdelen staat, noteer je het apart. 
  • De notatie is: bijv. bep. --> kern 

Onze oude buurman van de overkant geeft elke maand een  mooi, uitbundig feest. 

Slide 15 - Diapositive

Noteer van de volgende zin de bijvoeglijke bepalingen.

Vorige week kocht een Canadese vrouw van twintig jaar een lot van vier dollar.

Slide 16 - Question ouverte

Antwoord bijv. bepalingen
Vorige week / kocht / een Canadese vrouw van twintig jaar / een lot van vier dollar. 

vorige --> week 
Canadese --> vrouw
van twintig jaar --> vrouw
twintig --> jaar
van vier dollar --> lot
vier --> dollar 

Slide 17 - Diapositive

Alles bij elkaar. Ontleed de zin: pv t/m bijv. bep.

Een oude klasgenoot van ons schijnt een
beroemde acteur te zijn in Los Angels.
timer
4:00

Slide 18 - Question ouverte

Antwoord vorige vraag 
Een oude klasgenoot van ons schijnt een
beroemde acteur te zijn in Los Angels. 

pv = schijnt
ow = een oude klasgenoot van ons
ng = schijnt [een beroemde acteur] te zijn
bwb = in Los Angeles
bijv. bep. = oude --> klasgenoot, van ons --> klasgenoot, beroemde --> acteur

Slide 19 - Diapositive