Present Simple, mavo 4, medium

The Present Simple
Present Simple
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

The Present Simple
Present Simple

Slide 1 - Diapositive

'I play soccer'
is an example of the Present Simple.
What do you remember about
the Present Simple?

Slide 2 - Carte mentale

Iets wat met regelmaat gebeurt.

Slide 3 - Diapositive

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
Present Simple
Something else
Next Friday
Yesterday
Mondays
Wednesday
Always
Every month

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Present Simple: Questions (?)
Bij vragen komt het woordje do voor de zin:
            I walk to school >     Do I walk to school?
            We like K-pop >         Do we like K-pop?

Shitregel: -es vastplakken aan do en niet aan het werkwoord.
            She walks to school >      Does she walk to school?
            He likes K-pop >                 Does he like K-pop?



Slide 6 - Diapositive

Maak een vraagzin van de volgende zin:

Perre hates pineapple.

Slide 7 - Question ouverte

Maak een vraagzin van de volgende zin:

They always drink tea.

Slide 8 - Question ouverte

Present Simple: Negatives (-)
Bij ontkenning komen de woorden do not / don't voor de zin:
            I walk to school >     I do not walk to school.
            We like K-pop >         We don't like K-pop.

Shitregel: -es vastplakken aan do en niet aan het werkwoord.
            She walks to school >      She does not she walk to school.
            He likes K-pop >                 He doesn't like K-pop.



Slide 9 - Diapositive

Does Hila likes horses?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 10 - Quiz

Nooit de -s van de shit regel dubbel doen. 
Does Hila likes horses?


Incorrect!

Slide 11 - Diapositive

Hoe zeg je dat je broer kinderboeken schrijft in India?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zeg je dat dat je niet weet hoe je een kapotte stoel moet repareren?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe stel je Ben de vraag of Susan de koning van Engeland kent?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je opa elke dag pannenkoeken voor het ontbijt maakt?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe vraag je of iemand elke zaterdag uitgaat in Lelystad?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je vriend geen voetbal speelt omdat hij bang voor de bal is.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de shit-regel? Leg uit in eigen woorden.

Slide 18 - Question ouverte

I understand present simple and can use it in a sentence.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage