Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Thema 4 Thuis in je huis
Herhaling Thema 1 - 2 - 3 - 6
1. Thuis met elkaar
2. Het huishouden doen
3. De was doen
6. Met geld omgaan
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
huishoudkunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1,3
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
25 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling Thema 1 - 2 - 3 - 6
1. Thuis met elkaar
2. Het huishouden doen
3. De was doen
6. Met geld omgaan
Slide 1 - Diapositive
Thema 1: Thuis met elkaar
Een huishouden = één of meer mensen die op één adres wonen
In een huidhouden heeft iedereen taken.
Slide 2 - Diapositive
Hoe heet deze vorm
van samenleven?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe heet deze vorm
van samenleven?
Slide 4 - Question ouverte
Hoe heet deze vorm
van samenleven?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe heet het wanneer een groep mensen dezelfde rechten en kansen krijgt als een andere groep?
A
evolutie
B
emancipatie
C
intuïtie
D
gerechtigheid
Slide 6 - Quiz
Wat zie je op deze foto?
A
emancipatie
B
rolpatroon
C
rolgedrag
D
vooroordeel
Slide 7 - Quiz
Hoe heet het wanneer je zorgt voor iemand uit je omgeving zonder dat je ervoor betaald wordt?
Slide 8 - Question ouverte
Thema 2: Het huishouden doen
Slide 9 - Diapositive
Wat is de goed volgorde?
A
Ramen openzetten. Werk met een droge doek. Werk met een natte doek.
B
Ramen openzetten. Werk met een natte doek. Werk met een droge doek.
C
Werk met een droge doek. Ramen openzetten. Werk met een natte doek.
Slide 10 - Quiz
Hoe kan je huisstofmijt zien?
A
Met een microscoop
B
Met een loep
C
Met het blote oog
D
Niet
Slide 11 - Quiz
Welke dingen eten huisstofmijt?
A
bacteriën en virussen
B
vezels van beddengoed
C
huisstof en haren
D
huisstof en huidschilfers
Slide 12 - Quiz
Natuurlijke schoonmaakmiddelen
synthetische schoonmaakmiddelen
Slide 13 - Question de remorquage
Kan je voor alles hetzelfde schoonmaakmiddel gebruiken?
A
JA: je kan met WC-reiniger ook de vloer dweilen
B
NEE: voor elk oppervlak een juist schoonmaakmiddel werkt beter
C
JA: en alleen water gebruiken werkt beter
Slide 14 - Quiz
Thema 3: De was doen
Slide 15 - Diapositive
In kleding zit een label.
Hier kan je 2 dingen van aflezen.
De
samenstelling:
van welke stof het kledingstuk is gemaakt.
Het
onderhoud:
zo weet je hoe je het kledingstuk moet
wassen en strijken.
Slide 16 - Diapositive
Wat betekent dit symbool?
A
de was in de machine wassen op 40 graden
B
de was wassen als het 40 graden buiten is
C
de was op 40 graden wassen met de hand
Slide 17 - Quiz
Dit symbool betekent?
A
niet drogen in de droogtrommel
B
niet strijken
C
niet bleken
D
niet chemisch reinigen
Slide 18 - Quiz
Dit symbool betekent?
A
niet drogen in de droogtrommel
B
niet strijken
C
niet bleken
D
niet chemisch reinigen
Slide 19 - Quiz
Dit symbool betekent?
A
niet drogen in de droogtrommel
B
niet strijken
C
niet bleken
D
niet chemisch reinigen
Slide 20 - Quiz
Textiel
Textiel kan gemaakt zijn van verschillende vezels:
- natuurlijke vezels: wol(schaap) - zijde(rups) - linnen(plant) - katoen(plant)
- synthetische vezels: deze komen uit de fabriek en zijn gemaakt van aardolie
Slide 21 - Diapositive
zijde
wol
katoen
vlasplant
Slide 22 - Question de remorquage
ZET DE WOORDEN IN DE JUISTE VOLGORDE VAN KLEIN NAAR GROOT
DRAAD
KLEDING
STOF
VEZELS
Slide 23 - Question de remorquage
Was sorteren
Sorteren betekent soort bij soort doen.
Je let op:
- temperatuur
- kleur
- hoe vies is de was?
Slide 24 - Diapositive
max 110 °C
max 150 °C
max 200 °C
Slide 25 - Question de remorquage
Thema 6. Met geld omgaan
Slide 26 - Diapositive
Hoe heet het wanneer je iets koopt wat je niet van tevoren bedacht had?
A
snelheidsaankoop
B
ondoordachte aankoop
C
impulsaankoop
D
onvoorziene aankoop
Slide 27 - Quiz
Hoe noem je iemand die iets koopt?
A
consument
B
producent
C
product
D
consumeren
Slide 28 - Quiz
Hoe heet datgene wat je kunt kopen?
A
consument
B
producent
C
product
D
consumeren
Slide 29 - Quiz
Wat heb je wanneer je meer geld uitgeeft dan er binnenkomt?
A
overschot
B
tekort
C
garantie
D
budget
Slide 30 - Quiz
Waarom is het goed om een overzicht van inkomsten en uitgaven te maken?
A
dat heeft geen doel
B
je weet zo hoeveel spaargeld je totaal hebt op je rekening
C
je ziet zo of je maandelijks uitkomt met je geld of niet
D
je hebt dan een overzicht van je abonnementen
Slide 31 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Het verzorgen van de was
Septembre 2021
- Leçon avec
28 diapositives
huishoudkunde
Buitengewoon secundair onderwijs
Thema 5 thuis in je huis
Juin 2020
- Leçon avec
45 diapositives
Biologie / Vezrzorging
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Wassen
Décembre 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Ondersteunen bij huishouden en wonen les 7
Juin 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Verzorging
MBO
Studiejaar 1
Thema 5 - het huishouden doen en thuis de was
Janvier 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Verzorging
Middelbare school
Leerjaar 1
Wassen
Octobre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
huishoudkunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Ik kan informatie op labels van kleding en textiel lezen
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Wassen 2022-2023
Mars 2023
- Leçon avec
16 diapositives
huishoudkunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1,3