5.3 Lezen les 1 2KGT

  • Goedemorgen
  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
5.1 Fictie
timer
10:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

  • Goedemorgen
  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
5.1 Fictie
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

  • Lezen
  • Start paragraaf lezen 
5.1 Fictie
timer
10:00
Vandaag

Slide 2 - Diapositive

  • de functies van inleiding en slot herkennen
  • een samenvatting maken met kernzinnen
5.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:

Slide 3 - Diapositive

  • Maak opdracht 1, 2 en 3 blz. 107-108
5.3 Lezen
Even vooraf

Slide 4 - Diapositive

Een tekst heeft altijd een inleiding, de eerste alinea. Daarin noemt de schrijver altijd het onderwerp van de tekst. Daarnaast trekt hij de aandacht van de lezer, zodat die nieuwsgierig wordt naar de rest van de tekst.

De schrijver kan dat doen door:
  • kort zijn mening te geven; hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar de argumenten bij die mening;
  • een vraag te stellen: hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar het antwoord op die vraag.
5.2 Gedicht
Leertekst: Functies van inleiding en slot blz. 108

Slide 5 - Diapositive

Het slot van een tekst is de laatste alinea. Hierin rondt de schrijver de tekst af. 

Hij kan dat op verschillende manieren doen:
• hij geeft een samenvatting van de tekst;
• hij geeft zijn conclusie;
• hij geeft een antwoord op de vraag uit de inleiding.

Niet elke tekst heeft een slot. Een nieuwsbericht op een website of in een krant heeft meestal alleen een inleiding en een kern.

5.2 Gedicht
Leertekst: Functies van inleiding en slot blz. 108

Slide 6 - Diapositive

5.3 Lezen 
Zelfstandig werken
  • Maak opdracht 4 t/m 7 blz. 108 - 110

Slide 7 - Diapositive

  • Een gedicht kun je herkennen aan de vorm:
     korte regels in groepjes, met veel wit eromheen.
     Meestal zegt die vorm niets over het onderwerp
     van het gedicht.
  • Bij een beeldgedicht laat de vorm juist wel het
    onderwerp zien.
    Een beeldgedicht is een combinatie van tekst en beeld.
5.2 Gedicht
Leertekst: Beeldgedicht blz. 106

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive