le verbe ALLER

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent

Slide 1 - Question ouverte

Welke vormen van ALLER (gaan) ken je?

Slide 2 - Question ouverte

Hier volgen de vormen van ALLER (gaan)
je vais                               nous allons
tu vas                                vous allez
il va / elle va                    ils vont / elles vont

Slide 3 - Diapositive

Vul de passende vorm in bij:

Je ...
A
vais
B
vas
C
allez
D
vont

Slide 4 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Nous ...
A
vas
B
va
C
allons
D
vont

Slide 5 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Elles ...
A
vais
B
va
C
allons
D
vont

Slide 6 - Quiz

Is ALLER een regelmatig of een onregelmatig werkwoord?
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 7 - Quiz

Vul de passende vorm in.

Mes copains ... au cinéma.
A
va
B
allez
C
allons
D
vont

Slide 8 - Quiz

Welke vorm van ALLER past bij:
Tu ...

Slide 9 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Vous ...

Slide 10 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Isabelle et David ...

Slide 11 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Pierre ...

Slide 12 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Nous ...

Slide 13 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Je ...

Slide 14 - Question ouverte

Noteer
alle 6 vormen van
ALLER

Slide 15 - Carte mentale

Kun jij het werkwoord ALLER zonder voorbeeld al vervoegen?
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

Als je de vorige vraag met 'nee' hebt beantwoord...
  • moet je thuis regelmatig goed oefenen.
  • dat mag je ook doen als je de vraag  met 'ja' hebt beantwoord.

Slide 17 - Diapositive