Unité 4 : HH aller, wegwijzen, écouter, interviews (1A)

1 / 23
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Mardi 28 mai 2024
Le programme pour aujourd'hui :

1/  vocabulaire + HH 'aller'
2/ Les questions du jour
3/ Interviews


Slide 2 - Diapositive

Objectif numéro 1
Jij kent de apprendre 1 + 2 en het werkwoord 'aller'




Slide 3 - Diapositive

Sleep de juiste vertalingen  naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
l'ascenseur
l'armoire
la salle de bains
la cuisine
l'escalier
de trap
de keuken
de lift
de kast
de badkamer

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de juiste vertalingen  naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
au-dessus-de
monter
en face de
passer
il faut
tegenover
boven
naar boven gaan
je moet/ het is nodig
doorbrengen

Slide 5 - Question de remorquage

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent

Slide 6 - Question ouverte

Welke vormen van ALLER (gaan) ken je?

Slide 7 - Question ouverte

Hier volgen de vormen van ALLER (gaan)
je  vais                               nous  allons
tu  vas                                vous  allez
il va / elle va                    ils vont / elles vont

Slide 8 - Diapositive

Vul de passende vorm in bij:

Je ...
A
vais
B
vas
C
allez
D
vont

Slide 9 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Nous ...
A
vas
B
va
C
allons
D
vont

Slide 10 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Elles ...
A
vais
B
va
C
allons
D
vont

Slide 11 - Quiz

Is ALLER een regelmatig of een onregelmatig werkwoord?
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 12 - Quiz

Vul de passende vorm in.

Mes copains ... au cinéma.
A
va
B
allez
C
allons
D
vont

Slide 13 - Quiz

Welke vorm van ALLER past bij:
Tu ...

Slide 14 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Vous ...

Slide 15 - Question ouverte

Noteer
alle 6 vormen van
ALLER

Slide 16 - Carte mentale

Kun jij het werkwoord ALLER zonder voorbeeld al vervoegen?
Noteer je naam + ja / nee

Slide 17 - Question ouverte

Als je de vorige vraag met 'nee' hebt beantwoord...
  • moet je thuis regelmatig goed oefenen.
  • dat mag je ook doen als je de vraag  met 'ja' hebt beantwoord.

Slide 18 - Diapositive

Objectif numéro 2
Jij kunt geleerde woorden herkennen uit een Frans/NL filmpje.
Is het moeilijk om Frans te spreken?



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

les questions.......







Slide 21 - Diapositive

Au travail
Ga verder met je interview vragen. Ik loop rondes voor feedback!
Prêt? 
Lire: apprendre 4
Fais : exercice 9 + 10 (4.4 = online). Als je dat nog niet hebt gedaan OF ga woordjes leren via StudyGO
timer
25:00

Slide 22 - Diapositive

les devoirs pour 29 mai
Leren : apprendre 1 t/m 4 page 133/134
Houd het goed bij !!

Maken: 
9 t/m 13 (4.4 online)
+
Interview vragen



Slide 23 - Diapositive