Les 3. Grammatica p.2 Herhaling + ww gezegde

O2B2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

O2B2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 1 - Diapositive

Zinsdelen
Wie kent dat?

Slide 2 - Diapositive

Zinsdelen leerjaar 1
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 3 - Diapositive

Zinsdelen leerjaar 1
Persoonsvorm 
(belangrijk werkwoord in de zin: wat gebeurt er in de zin?
Onderwerp
(belangrijk persoon/ding/dier die het doet)

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm
Hoe vind je deze?
Een vraagzin maken of in een andere tijd zetten (verleden bijvoorbeeld)

Anna slaapt elke dag al om 19:00.

Slide 5 - Diapositive

Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm?
(Wie/wat doet het?)
Anna slaapt elke dag al om 19:00.

Slide 6 - Diapositive

Samen aan het werk!
Cursus 5 - Grammatica
Paragraaf 2 - Herhaling leerjaar 1
opdrachten 1 2 3 4


timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Huiswerk woensdag
Cursus 5 - Grammatica
Paragraaf 2 - Herhaling leerjaar 1
Opdrachten 1 2 3 4

Morgen: Toets woordenlijst 4

Slide 8 - Diapositive

O2B4 Welkom terug
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 9 - Diapositive

Zinsdelen leerjaar 1
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 10 - Diapositive

Zinsdelen leerjaar 2
Werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Ik wil een film gaan kijken.
In deze zin staan drie werkwoorden: wil, gaan en kijken. 
Een van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv): wil.
Alle werkwoorden samen noem je het werkwoordelijk gezegde (wg) van een zin.
In de voorbeeldzin is het werkwoordelijk gezegde dus: wil gaan kijken.

Slide 12 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde vertelt wat er in de zin ‘gebeurt’. Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde maar uit één werkwoord, soms zijn het er twee of nog meer.
Ik kijk een film:
Ik heb een film gekeken: 
Ik wil een film gaan kijken: 

Slide 13 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Samen video kijken.

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk!
Cursus 5 - Grammatica
Paragraaf 4 - Werkwoordelijk gezegde
opdrachten 1 2 3 4 5 6 7

timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?
En zijn er nog vragen?

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk voor in vakantie
Nieuw Nederlands
Cursus Woordenschat - Kopen 

Slide 17 - Diapositive

Fijne vakantie!

Slide 18 - Diapositive