MYP2 I maandag 27 november

MYP2 I
maandag 27 november
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

MYP2 I
maandag 27 november

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Kring
Quiz
Dictee
Summative spreken




Slide 2 - Diapositive

Kring
Wie is die weekend het verst weggeweest?


+                                                                      -

Slide 3 - Diapositive

In kring


spreken

Slide 4 - Diapositive

Verschil tussen spreken en schrijven:

Slide 5 - Carte mentale

1 roos
A
2 roosen
B
2 rosen
C
2 rozen

Slide 6 - Quiz

schrijven
_________ jij?
A
schrijv
B
schrijf
C
schrijvt
D
schrijft

Slide 7 - Quiz

Schrijven
Hij .......................... een woord.
A
schrijven
B
schrijft
C
schrijf
D
schrift

Slide 8 - Quiz

schrijven

Zij heeft een hele tekst ....
A
geschrijven
B
geschreven

Slide 9 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
A
Noun
B
Adjective
C
Verb

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig naamwoord
A
Noun
B
Adjectiev
C
Verb

Slide 11 - Quiz

Gorkum
A
Gorinchem
B
Gorkum
C
Gorinkem
D
Gorinjam

Slide 12 - Quiz

Overtreffende trap
mooi   ....       .....


Slide 13 - Diapositive

Criterion D, spreken
Dictee

Slide 14 - Diapositive

Wie komt er alle jaren,
Daar heel uit Spanje varen?
Over de grote grote zee,
Sint Nicolaas hoezee!

Wie heeft een zak vol koekjes,
Speelgoed en prentenboekjes?
Wie brengt een zak vol lekkers mee?
Sint Nicolaas hoezee!


Slide 15 - Diapositive

Summative spreken
Kijk in ManageBac

Slide 16 - Diapositive

Hoe lang zit je al op deze school? Op welke school / scholen zat je hiervoor?
Hoe kom je naar school? Lopend, met de fiets, met het OV*? Leg jouw antwoord uit. 
*openbaar vervoer
Hoe ga je naar huis? Lopend, met de fiets, met het OV? Leg jouw antwoord uit.
Heb je broers / zussen op deze school? Zo ja, in welke klas zit hij / zij / zitten zij?
Noem 1 ding dat je goed vindt aan deze school en leg je antwoord uit.
Noem 1 ding dat je minder goed vindt aan deze school en leg je antwoord uit.
Geef per dag aan hoe laat jouw les begint.
Geef per dag aan hoe laat jouw les eindigt.
Op welke schooldag kom je met heel veel plezier naar school? Leg uit.
Op welke schooldag kom je met weinig plezier naar school? Leg uit.
Wat doe je na schooltijd? Beoefen je een sport of een hobby, of zoiets? Zo ja, op welke dagen en op welke tijden?
Welke dagen zijn samen ‘het weekeinde’? Wat doe je in jouw weekeinden?
Noem elk vak dat op jouw lesrooster staat en zeg de naam van de docent die dat vak geeft. Zeg erbij of dat een man of een vrouw is.
Wat is jouw lievelingsvak en waarom?
Welk vak vind je niet / minder leuk en waarom?
Hoeveel pauzes krijg je en van hoe laat tot hoe laat is elke pauze? 

Noem 1 ding dat je minder goed vindt aan deze school en leg je antwoord uit.
Geef per dag aan hoe laat jouw les begint.
Geef per dag aan hoe laat jouw les eindigt.
Op welke schooldag kom je met heel veel plezier naar school? Leg uit.
Op welke schooldag kom je met weinig plezier naar school? Leg uit.
Wat doe je na schooltijd? Beoefen je een sport of een hobby, of zoiets? Zo ja, op welke dagen en op welke tijden?
Welke dagen zijn samen ‘het weekeinde’? Wat doe je in jouw weekeinden?
Noem elk vak dat op jouw lesrooster staat en zeg de naam van de docent die dat vak geeft. Zeg erbij of dat een man of een vrouw is.
Wat is jouw lievelingsvak en waarom?
Welk vak vind je niet / minder leuk en waarom?
Hoeveel pauzes krijg je en van hoe laat tot hoe laat is elke pauze? 

Slide 17 - Diapositive

Haal een Nederlands leesboek uit de bibliotheek

Slide 18 - Diapositive