Hoe werkt onze democratie?

STAATSINRICHTING: Hoe werkt onze democratie?
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

STAATSINRICHTING: Hoe werkt onze democratie?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Carte

Parlementaire democratie:
  • Je stemt op volksvertegenwoordigers  die in het parlement komen en daar wetten maken namens jou.



Slide 3 - Diapositive

Nederland heeft...

  • Het parlement: De eerste en tweede kamer
  • De regering: Koning + ministers



Slide 4 - Diapositive

Begrippen
Parlement:
Eerste en Tweede kamer samen, volksvertegenwoordiging
Constitutionele monarchie:
Koninkrijk met een grondwet (waar de koning zich ook aan moet houden)
Parlementaire democratie:
Mensen kiezen volksvertegenwoordigers voor in het parlement

Slide 5 - Diapositive

PARLEMENT: 1e+2e kamer

- Wetten maken & aannemen
- Controleert ministers
- Vergaderen



REGERING: ministers(+koning)

- Bedenkt wetten
- Wetten uitvoeren
- Vergaderen

Slide 6 - Diapositive

Nog even over die democratie
  • Democratie = het volk beslist
  • Drie kenmerken:  
  1.  Verkiezingen
    2. Vrijheid van meningsuiting
    3. Gebaseerd op de Trias Politica

Slide 7 - Diapositive

Trias Politica
  • Bedacht tijdens de Franse Revolutie
  • "Scheiding der drie machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen

Slide 8 - Diapositive

Bij welke macht hoort welk begrip en waarom? 

  • Hoge Raad: Rechterlijk
  • Koning: Uitvoerend
  • Parlement: Wetgevend
  • Internationaal Strafhof: Rechterlijk
  • Politie: Uitvoerend
  • Regering: Wetgevend/Uitvoerend
  • Leger: Uitvoerend
  • Openbaar Ministerie: Rechterlijk
De drie machten:
- Uitvoerend
- Wetgevend
- Rechterlijk

Slide 9 - Diapositive

Wie heeft in Nederland de wetgevende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 10 - Quiz

Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 11 - Quiz

Wie heeft in Nederland de rechterlijke macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 12 - Quiz

Begrippen
Trias Politica
Scheiding tussen drie politieke machten: wetgevend, uitvoerend, rechterlijk
Regering
De ministers en de koning(in) samen
Democratie:
Vorm van bestuur waarbij het volk beslist

Slide 13 - Diapositive

Welke politieke partijen ken je?

Slide 14 - Carte mentale

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, confessionalime, feminisme
B
Socialisme, liberalisme
C
Confessionalisme, liberalisme, socialisme
D
Communisme, confessionalisme, liberalisme

Slide 15 - Quiz

Begrippen
Liberalisme:
Politieke stroming die zoveel mogelijk vrijheid voor burgers wil.
Socialisme:
Politieke stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil & opkomt voor de armen.
Confessionalisme:
Politieke stroming die zich op de Bijbel baseert & voor christenen opkomt.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Snelle quiz: Bij welke stromingen horen de volgende posters?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Geen van alle

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 26 - Quiz

Meerderheid
  • 75+1
  • Kiesdeler
  • Coalitie

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Begrippen
Kiesdeler
Aantal stemmen gedeeld door 150, bepaald hoeveel zetels een partij krijgt (bijv. 10 miljoen : 150 = 66.666 stemmen nodig voor één zetel.)
Coalitie
Samenwerkingsverband tussen verschillende partijen om een meerderheid te krijgen

Slide 31 - Diapositive

STAATSINRICHTING: WETTEN & HET PARLEMENT

Slide 32 - Diapositive

Hoe wordt een wet gemaakt?

Slide 33 - Diapositive


De weg van de wet
  1.  Wetsvoorstel ingediend
  2.  Tweede kamer gaat bespreken
  3.  Tweede kamer gaat stemmen
  4.  Eerste kamer gaat bespreken
  5.  Eerste kamer gaat stemmen
  6.  Koning ondertekent 
  7.  Regering voert het uit

Slide 34 - Diapositive

Wie is er niet betrokken bij het maken van een wet?
A
Het parlement
B
De koning
C
De regering
D
De gemeenteraad

Slide 35 - Quiz

Parlementaire Rechten
  • Budgetrecht
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement
  • Recht van enqûete
  • Recht van interpellatie
  • Motie van wantrouwen

Slide 36 - Diapositive

Parlementaire Rechten
  • Budgetrecht: Goed- of afkeuren begroting
  • Recht  van enqûete: Onderzoek naar de overheid
  • Recht van initiatief: Indienen wetsvoorstel
  • Recht van amendement: Veranderen van een wetsvoorstel
  • Recht van interpellatie: Vragen stellen aan regering
  • Motie van wantrouwen: Vertrouwen opzeggen in minister

Slide 37 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit hoe een wet gemaakt wordt.

Slide 38 - Question ouverte

Wat is geen parlementair recht? Recht van..............
A
Interpellatie
B
Amendement
C
Censureren
D
Initiatief

Slide 39 - Quiz

Begrippen
Parlementaire rechten
Taken waar het parlement zich mee bezig moet houden: budgetrecht, enqûeterecht, vragenrecht, amendementsrecht, recht van initiatief

Slide 40 - Diapositive

STAATSINRICHTING: GRONDRECHTEN & CHECKLIST

Slide 41 - Diapositive

Kijk het filmpje & schrijf op: 
  • Wat zijn klassieke grondrechten?
  • Wat zijn sociale grondrechten?
  • Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
  • Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht en van een sociaal grondrecht

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Schrijf op: 
  • Wat zijn klassieke grondrechten?
  • Wat zijn sociale grondrechten?
  • Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
  • Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht en van een sociaal grondrecht

Slide 44 - Diapositive

Begrippen
Klassieke Grondrechten
Grondrechten die de burger beschermen tegen de overheid. Hiervoor kun je naar de rechter als deze geschonden worden.
Sociale Grondrechten
Grondrechten die bepalen wat de overheid voor de burger moet doen. Hiervoor kun je niet naar de rechter als deze geschonden worden.

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo