1HV: H2 Samenvatten

H2 De Grieken
Samenvatten

Welkom!


1HV
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 De Grieken
Samenvatten

Welkom!


1HV

Slide 1 - Diapositive

Jaartallen
- Hoofdstuk: tussen 800 v.C. en 300 n.C.
- Oudheid: tussen 3000 v.C. en 500 n.C.
- 800 v.C. Begin van de Griekse cultuur
- 8e en 7e eeuw v.C.: Grieken beginnen met koloniseren (1e golf van verspreiden cultuur)
- 590 v.C. Athene: gewone burgers meevechten in ruil voor meebesturen
- 5e en 4e eeuw v.C.: Perzen sterker en machtiger dan de Grieken
- 508 v.C. Athene werd een democratie (5e en 4e eeuw)
- 450 v.C. Grieken wonen in 700 stadstaten/poleis
- 350 v.C. Macedonië, Philippus werd machtig
- Tussen 336 en 323 v.C. Alexander de Grote veroverde o.a. Perzië en Egypte, tot aan India
                                             (tweede golf van verspreiden cultuur)



200 v.C.     100 v.C.    0   100 n.C.     200 n.C.

Slide 2 - Diapositive

Begrippen
- Stadstaat                                - Barbaar
- Polis (poleis)                           - Oudheid
- Ongelijkheid                          - Klassieke cultuur
- Slavernij
- Burgerrecht (Grieken)
- Politiek
- Monarchie
- Aristocratie
- Tirannie
- Democratie (Grieken)
- Volksvergadering
- Mythe
- Wetenschap
- Filosofie
- Kolonisatie (Grieken)

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
§1
- Ik kan enkele eigenschappen noemen van Griekse stadstaten.
- Ik kan uitleggen dat niet alle mensen die in Griekenland woonden, burgerrechten hadden.
- Ik kan uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag.
§2
- Ik kan een beschrijving geven van 4 verschillende manieren waarop een Griekse stadstaat bestuurd werd.
- Ik kan uitleggen hoe de Atheense democratie ong. werkte en waardoor die anders was dan in Nederland.
- Ik kan beschrijven hoe de democratie in Athene en andere Griekse stadstaten verdween.
§3
- Ik kan een beschrijving geven van de Griekse godenwereld en uitleggen wat een mythe is.
- Ik kan het verschil uitleggen tussen een mythologische en een wetenschappelijke verklaring van de wereld.
- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen religie en filosofie.
§4
- Ik kan voorbeelden van de Griekse bouw- en beeldhouwkunst herkennen.
- Ik kan uitleggen hoe de Griekse cultuur zich heeft verspreid.
- Ik kan uitleggen waarom mensen in het Westen de Griekse cultuur belangrijk vinden.
Historisch Denken
- Ik kan bepalen of iets een feit of een mening is, of dat dat onzeker is.

Slide 4 - Diapositive

Sleepvraag
1
2
3
Mannelijke burgers
Soldaat
Vrouwelijke burgers
Vreemdelingen
Slaven

Slide 5 - Question de remorquage

           De Burgers
  • Grote ongelijkheid
  • Vrije mens vs slaven
  • Bovenaan de mannelijke burgers
  • Alleen hen: Burgerrecht
  • Verdedigen als soldaat => meebeslissen bestuur
  • Vrouwen, vreemden en slaven geen burgerrecht

Slide 6 - Diapositive

Leven in een stadstaat
  • Bestaansmiddellen:                Landbouw: Graan, druiven en olijven        Handel: Aardewerk, wijn en olijfolie       => ruilen voor graan
  • Taakverdeling:                                              - Man hoofd van gezin                                  - Rijke jongens naar school en sport          - Arme jongens en meisjes niet
  • Vrouwen minder rechten dan mannen en leefden onder toezicht van een man
  • WEL leiding van de huishouding

Slide 7 - Diapositive

Edelen (rijken) aan de macht.
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 8 - Quiz

een erfelijke koning (monarch) heeft de macht.
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 9 - Quiz

Eén man heeft alle macht.
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 10 - Quiz

Het volk heeft de macht.
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 11 - Quiz

Staatsvormen
  • Politiek komt van Polis
  • ''Alles wat te maken heeft met hoe een land wordt bestuurd''
  • Eerst Monarchie: een erfelijke koning (monarch) heeft de macht.
  • Daarna Aristocratie: Edelen (rijken) aan de macht. Grieks; Aristoi
  • Beiden kregen advies van een raad van ouderlingen.
  • Soms Tirannie: Eén man heeft alle macht.
  • Rond 508 v.Chr. Democratie: Het          volk heeft de macht.
  • Alle Atheense mannen met    burgerrecht, ouder dan 18, mochten politieke besluiten nemen.
Samenvatting ;-)

Slide 12 - Diapositive

Atheense democratie
  • Volksvergadering:        6000 burgers                      40x per jaar
  • Raad van 500:          Dagelijks bestuur                Elk jaar nieuw
  • Dagelijkse regering van 50 man, maandelijks gekozen, voorzitter dagelijks

Slide 13 - Diapositive

Het einde van de democratie
  • Na 530 v.Chr.
  • Macedonië; koning Philippus
  • Won de Griekse      stadstaten in oorlog
  • Opgevolgd door;     Alexander de Grote
  • Tussen 336 en 323 v.Chr. veroverde hij o.a.              Perzië en Egypte,        helemaal tot India.
  • Volksvergaderingen     bleven, maar zonder macht

Slide 14 - Diapositive

Godsdienst
  • Polytheïstisch
  • Net mensen: Ze kregen kinderen, deden domme dingen, waren blij, boos, verliefd en jaloers.
  • Verschil: Onsterfelijk en beslisten over het leven van mensen
  • Goden en Mythes moesten alles verklaren

Slide 15 - Diapositive


Filosofie


filos = zoon/vriend
sofia = wijsheid


niet door waarnemingen te doen, maar door vooral goed na te denken



Slide 16 - Diapositive

Waarom?
  • Mythen zijn niet altijd waar

  • Antwoorden zoeken op vragen

  • Niet zomaar alles aannemen: kritisch en nieuwsgierig zijn en blijven!

  • Zelf ontdekken van de waarheid

  • Observeren

Slide 17 - Diapositive


Filosofen



  • 'Vrienden van de wijsheid'
  • Filosofen willen hun kennis en wijsheid uitbreiden

Slide 18 - Diapositive

Kunst en cultuur!
  • Borduren voort op de kunst van omringende volken
  • Egyptisch; mooi, maar niet levensecht => Grieken wel!
  • Godenbeelden moesten volmaakte lichamen hebben
  • spieren, gezicht en beweging
  • 'Natuurgetrouw'

Slide 19 - Diapositive

Golf 1
  • 8e - 7e eeuw v.C.
  • Bevolking groeide enorm =>
  • Voedsel raakte op =>
  • Mensen moeten ergens anders gaan wonen =>
  • Kolonisatie
  • Griekse cultuur werd meegenomen

Slide 20 - Diapositive

Golf 2
  • Gevolg van Alexander de Grote's veroveringen
  • Hij wilde eenheid
  • Overal dezelfde cultuur invoeren -> de Griekse
  • De Grieken vonden hun cultuur het beste
  • Alle anderen waren barbaren

Slide 21 - Diapositive

Waarom vinden we de Griekse cultuur zo belangrijk?
  • 3 redenen:
  1. Bijzondere dingen bedacht => Democratie
  2. Veel kennis over andere volken is verloren gegaan
  3. In Europa is belangstelling blijven bestaan => Romeinen

  • Klassieke cultuur:        Grieken en Romeinen!

Slide 22 - Diapositive