Gedrag en Domesticatie

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Keuzedeel Diergedrag, Dierwelzijn en Dierethiek

Gedrag

Hoe ontstaat gedrag?

1. Inwendige prikkel (prikkel die van binnen uit ontstaat)
2. Uitwendige prikkel (prikkel die van buitenaf ontstaat)
3. Drempelwaarde
4. Sleutelprikkel (Hier reageert een dier direct op. bv rode buik bij mannetjes baars wekt agressie op bij andere mannetjes)
5. Supranormale prikkel (Koekoeksjong in nest)

Inwendig: Leeuw heeft honger en gaat jagen

Uitwendig: hert ziet een leeuw aankomen en vlucht weg

Drempelwaarde: niet altijd vlucht het hert weg bij het zien van een leeuw. Schatten ze in dat ze niet op jacht zijn, blijven ze staan

Sleutelprikkel: Dier reageert direct op die prikkel. bv in paartijd heeft een stekelbaars mannetje een rode buik: dat wekt direct agressief gedrag op bij een ander mannetje

Supranormale prikkel: Die "wint" van de sleutelprikkel. Kan een vogel kiezen tussen een klein of een groot ei, dan gaat het op het grote ei zitten. (koekoeksjong: veel te groot om te voeren maar de "ouder" blijft voeren.

Zilvermeeuw

Rode stip op de snavel zorgt voor een sleutelprikkel bij hun jong.

Bekijk het filmpje. Daarin zie je hoe ze hebben ontdekt wat de functie is van de rode stip op de snavel. 

Noem minimaal 4 verschillende gedragingen. 1 voorbeeld is fourageer gedrag.

Comfortgedrag

Sociaal gedrag

voortplantingsgedrag

Baltsgedrag

territoriumgedrag

Rustgedrag

maternaal gedrag

Wat nu doen?

Maak opdracht 1.3 uit de ELO (Natuurlijk gedrag bij dieren). Doe dit samen met een ander. 

Vul bovenin in, met wie je hebt samen gewerkt.

Dit doen we in de outbreakroom. 

Ik kom af en toe "even langs" om te horen hoe het gaat. Klets ook gezellig met elkaar :)

Domesticatie