12 maart: Troublespeech deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Imraan

Ayman

Joudi

Ainhoa

Khaled

Staat je naam op het bord? 

Ga dan links óf rechts zitten i.v.m. de toestemming voor beeldfragmenten. 

Welkom klas!

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo 4B

Op tafel:

Map (schrift) en pen.

• Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook. 
• Jas uit en over je stoel.

Hoe maak je zelf een goede troublespeech?

Vandaag dinsdag 12 maart

Troublespeech

• +- 2 minuten
• Je leeft je in in de hoofdpersoon van je boek. Welke (problematische) keuze heeft zij/hij/hen gemaakt? 
• Erken dat er iets fout is gegaan, maar probeer ervoor te zorgen dat dit uiteindelijk niet jouw fout is of dat er omstandigheden waren waardoor jij er niets aan kon doen. Maak van het negatieve iets positiefs.
  

Troublespeech

• Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
  
• Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken
• Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken

Troublespeech

Beoordeling:

• Inhoud en opbouw
• Presentatie
• Reactie op vragen
• Vragen stellen aan anderen

Uitvoering:

• In groepjes van zo'n zes leerlingen
• Met twee docenten
• Tussen 28 maart en 5 april

Succescriteria

Jullie eigen criteria, na het bekijken van speeches:

- Speel in op gevoelens (bijvoorbeeld ouder-kind, voorbeeld Femke Halsema)

- Kom betrouwbaar over (bijvoorbeeld door in te spelen op autoriteit)

- Geef aan dat je in gesprek wil/open staat voor vragen

- Speel met je stem; doe alsof je huilt

- Geef aan dat je geen keuze had (bijvoorbeeld een 'black out', Glennis Grace)

- Maak iemand anders nog slechter (Geert Wilders)

- Geef je fout wel toe, en erken spijt

- Zeg dat je door je fout beter wordt! 

- bewijzingen

- zich als slachtoffer zetten

- Goede argumenten gebruiken

- zelfmedelijden

- stem

- toon

- manier van praten

- Publiek aankijken

- rechtop staan

- Oogcontact

- Wees zelfverzekerd / - Geloven in wat je zegt

Niet doen:

• niet praten met "Ahh"
  
• Moeilijke woorden gebruiken (en ze anders uitleggen)
  
• te snel praten
• Niet je fout toegeven

• Pak je eigen leesboek erbij. 
• Kun je al een 'trouble' vinden (een keuze die verkeerd uitpakte). 
• Schrijf in steekwoorden op wat het probleem is en wat goede argumenten zijn om jezelf te verdedigen. 

• Deel nu je schrift met je buur. Leg hem/haar uit wat jouw 'trouble' is en hoe je jezelf wilt verdedigen.
• Help elkaar met het verbeteren van je verhaal. 

• Wissel van rol.