Natuurkunde 3HV Straling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Straling

Met straling kun je kanker genezen.

1. Waar
2. Niet waar

Van straling kun je kanker krijgen.

1. Waar
2. Niet waar

Na drie halveringstijden is de activiteit teruggelopen tot 1/6e deel van de oorspronkelijke waarde.

1. Waar
2. Niet waar

Alfadeeltjes komen in lucht verder dan in weefsel.

1. Waar
2. Niet waar

Een millisievert is gelijk aan een duizendste microsievert.

1. Waar
2. Niet waar

Overal op aarde is de achtergrondstraling even sterk.

1. Waar
2. Niet waar

Voor welk(e) soort(en) straling geldt het begrip indringdiepte?

Welke straling wordt makkelijker geabsorbeerd?

1. Alfastraling
2. Bètastraling

Splijtstofstaven zijn voortdurend ondergedompeld in water. Bij het ongeval in Fukushima liep het water weg door een gat in de wand van het reactorvat.
Leg uit dat het water nodig is om elektriciteit te maken.

De activiteit van een bron ..... naarmate het aantal instabiele kernen in de bron toeneemt.

1. wordt groter
2. wordt kleiner
3. blijft gelijk

De activiteit van een bron ..... naarmate de halveringstijd van de isotoop toeneemt.

1. wordt groter
2. wordt kleiner
3. blijft gelijk

De activiteit van een bron ..... naarmate de tijd verstrijkt.

1. wordt groter
2. wordt kleiner
3. blijft gelijk

De activiteit van een bron ..... naarmate de temperatuur van de bron toeneemt.

1. wordt groter
2. wordt kleiner
3. blijft gelijk

In een ziekenhuis wordt 80 mg van een radioactieve stof opgeborgen. De halveringstijd van deze stof is één week.
Hoeveel van deze stof is na 4 weken nog over? Geef de berekening.

In kerncentrales ontstaat plutonium-239 als radioactief afval. De halveringstijd van plutonium-239 is 24.400 jaar.
Bereken na hoeveel jaar er van 4 gram plutonium-239 nog 0,25 gram over is.

Hoe noemen we het feit dat iemand zelf radioactief wordt?

1. Activiteit
2. Besmetting
3. Bestraling
4. Instabiel

Wat versta je onder de activiteit van een radioactieve stof?

1. Het feit dat atoomkernen splitsen.
2. Het aantal atoomkernen dat vervalt per seconde.
3. De neutron van de éne kern zorgt voor een splitsing van een andere
4. Of er veel of weinig straling is.

De halveringsdikte van lood voor bètastraling bedraagt 0,20 mm. De wand van de bus is overal 0,10 cm dik.
Bereken hoeveel procent van de straling door de bus wordt tegengehouden.

Je hebt 400 atomen. Je activiteit is 8 Bq. Na hoeveel seconde heb je 56 atomen?

Je hebt 400 atomen. De halveringstijd is 50 s. Na hoeveel seconde heb je 50 atomen?

De activiteit van een bron is 20 kBq. Hoeveel instabiele kernen zijn er maximaal na een uur verdwenen?

Leg uit waarom het ook mogelijk is dat er veel minder kernen vervallen zijn.

Radium heeft 88 protonen in de kern. De meest bekende vorm is radium-226.
Hoeveel neutronen heeft deze isotoop in de kern?

Radium-226 vervalt door het uitzenden van alfastraling. Radium-226 had 88 protonen en 138 neutronen.
Hoeveel protonen en neutronen heeft de nieuwe kern?

Maarten heeft een sample van plutonium met een halveringstijd van 40 minuten.
Hoeveel procent van de stof is nog over na (Havo: 2 uur) (Vwo: 1 uur 50 min)?