Les 5

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1-3

Anglia

Lesson 4: Past Continuous + Modal verbs

Reminder: Toets donderdag 25/01/2024

Plan

Lesson 1 (14/11/2023): Practice test

Lesson 2 (21/11/2023): Listening test

Lesson 3 (05/12/2023): Future Simple

Lesson 4 (09/01/2023): Past continuous + Grammar: Modals

Lesson 5 (16/01/2023): Adverbs + prepositions

NEXT WEEK - donderdag 25/01/2024 

Test: What you must (not) bring

must bring:

- id (student card / passport)

- pen

must NOT bring:

- dictionary (wordenboek NL/EN EN/NL)

- earphones + chromebook

Test roster:

Lesson up

Class code: diolh

https://lessonUp.app/invite/group/diolh

Anglia Student Portal

website: https://www.anglia.nl/levels.html

Login: [e-mail]

Password: Angliastudent1!

Types of adverbs...

Type of adverb	adverbs	Geeft antwoord op de vraag:
manner (manier)	easily / well / quickly / slowly / perfectly / greedily /	How? (hoe)
place (plaats)	here / home / inside ...	Where? (waar)
time (tijd)	today / tomorrow / yesterday / now / then / once / soon ....	When? (wanneer)
frequency (frequentie)	always / usually / often / sometimes / occasionally / never / rarely / seldom /	How often (hoe vaak)
simple modal adverbs	mostly / surely / possibly / probably / perhaps / certainly / absolutely	possibility, obligation, Hoe mogelijk

Adverbs: Spel regels...

What	rule	example
Most adjectives	(+) ly	She speaks quietly. He put the computer down carefully.
Adjectives ending in y	drop the y (+) ily	It 's raining heavily.
Irregular adverbs	no change	fast / hard / right / wrong / early / late / high / last / best / wide
Irregular adverbs	go before adverbs	very / really / so

.

https://www.niow.nl/blog/taalcursus/bijwoorden-adverbs-in-het-engels#:~:text=Bijwoorden%20gebruik%20je%20in%20een,of%20aan%20een%20ander%20bijwoord.

Adverbs

Nederlandse uitleg:

• https://www.slimleren.nl/onderwerpen/engels/12.729/bijvoeglijk-naamwoord-bijwoord

• https://www.niow.nl/blog/taalcursus/bijwoorden-adverbs-in-het-engels#:~:text=Bijwoorden%20gebruik%20je%20in%20een,of%20aan%20een%20ander%20bijwoord.

prepositions of place  (voorzetsels)

• Voorzetsels die je nodig hebt om te vertellen waar iets of iemand is.

• Meestal staat het voorzetsel vlak voor het woord (of de groep van woorden) waar het bij hoort

Task: Complete the worksheet.

prepositions of manner  (voorzetsels)

• Voorzetsels van manier beschrijven hoe iets gebeurt of wordt gedaan.

by	'Door' wordt gebruikt om een ​​transportmiddel of een object aan te duiden. = I always go to work by car
with	geeft aan het instrument aan dat wordt gebruikt om de actie uit te voeren. = He opened the bottle with a bottle opener geeft aan hoe iets gedaan wordt = The mother held the baby with care
on	'Aan' is een ander voorzetsel van wijze dat de methode uitdrukt die wordt gebruikt om een ​​actie uit te voeren. = Can I work on my essay on your laptop?
in	Hoe een actie plaatsvindt. = Jason wrote his papers in French

prepositions of time (voorzetsels)

.

Note: Do not use in/at/on before “next” or “last”

at	Use at with times and annual festivals.	at 12:00 at night at Christmas / at Easter
on	Use on with dates and days.	on January 18th on Christmas day
in	Use in + a period of time = a time in the future years, seasons, months, periods of the day	in a few minutes in five weeks also: in five weeks' time in summer in the afternoon
In	Use in for longer periods of time	in the 1960s in December

Anglia

Toets donderdag 25/01/2024

Neem: identification + pens!