Voeding quiz

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Quizz

koolhydraten zijn:

1. brandstoffen
2. bouwstoffen

Welke voedingsstoffen houden je gezond?

1. vetten
2. vitamines
3. mineralen
4. koolhydraten

zetmeel en suiker zijn:

1. koolhydraten
2. vetten
3. mineralen
4. eiwitten

Vlees bevat vooral

1. Eiwitten, vetten en mineralen
2. Eiwitten en vetten
3. Koolhydraten en vetten
4. Koolhydraten en mineralen

Wat is de basis van een gezonde voeding ?

1. Veel koolhydraten
2. Variatie
3. Geen vlees eten
4. Veel groente eten

Wat is een voedingsmiddel?

1. Koolhydraten, vetten en eiwitten
2. Fruit en groente
3. Mineralen, vitaminen en water
4. Alles wat je eet en drinkt

Je voelt je steeds moe en je bent snel verkouden. Welke voedingsstof heb je nodig?

1. eiwitten
2. vitaminen
3. koolhydraten
4. mineralen

eiwitten zijn:

1. brandstoffen
2. bouwstoffen

Mineralen zijn ook bouwstoffen

1. waar
2. niet waar

Lekker die tussendoortjes. Wat is er zo schadelijk aan ?

1. Je wordt er dik van
2. Door al die suikers krijg je gaatjes in je tanden
3. Er zitten te weinig beschermende stoffen in
4. Je krijgt te weinig bouwstoffen binnen

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?

1. energierijke stoffen
2. bouwstoffen
3. concentratie stoffen
4. beschermende stoffen

Je leeft heel gezond.
Welk antwoord past hier niet bij?

1. je eet 3 keer per dag
2. je eet gevarieerd
3. je drinkt vaak energiedrankjes voor extra energie
4. je houdt je aan de schijf van vijf

Wat is de functie van maagsap?

1. Verteren van eiwitten
2. Bacteriën en ziekteverwekkers doden
3. Verteren van koolhydraten
4. Het maagzuur helpen

Kun je voedingsvezels goed verteren?

1. ja
2. nee

Wat is de functie van speeksel?

1. Verteren van zetmeel
2. Bacteriën en ziekteverwekkers doden
3. Geeft smaak aan het eten
4. Verteren van eiwitten

Wat doet een enzym?

1. stoffen afbreken
2. stoffen verteren: klein maken
3. stoffen opbouwen
4. stoffen aan elkaar plakken

Water, mineralen en vitaminen kunnen direct in het lichaam worden opgenomen. Verteren is niet nodig.

1. waar
2. nietwaar

Wat is het doel van verteren?

1. Voedingsmiddelen klein maken.
2. Voedingsstoffen vermalen.
3. Voedingsstoffen zo klein maken dat ze door de darmwand kunnen.
4. Voedingsmiddelen omzetten tot ontlasting

Wat is de taak van de dikke darm?

1. Het verteren van vezels
2. Het opnemen van voedinstoffen
3. Het onttrekken van vocht uit de onverteerbare resten
4. De ontlasting je lichaam uit laten gaan

Het torso:
Hoe heet het donker bruine orgaan?

1. Het hart
2. De maag
3. De long
4. De lever

Kijk goed naar de torso. Wat word er bij 11 aangegeven?

1. De maag
2. De longen
3. De nieren
4. De dikke darm

Wat is het langste stuk darm?

1. Dunne darm
2. Slokdarm
3. Dikke darm
4. Twaalfvingerige darm

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?

1. Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
2. Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
3. Dunne darm, dikke darm, slokdarm, maag
4. Slokdarm, dunne darm, dikke darm, maag

nummer 8 is

1. Dunne darm
2. Dikke darm
3. Slokdarm
4. Lever

Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?

1. Maag
2. Twaalfvingerige darm
3. Dunne darm
4. Dikke darm

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?

1. dunne darm
2. dikke darm
3. twaalfvingerige darm
4. endeldarm

wat betekent peristaltiek

1. de knijpende beweging van spieren in de darm
2. het samentrekken van de kringspier
3. afsluiting van de darm
4. productie van darmsappen