H2 Formuleren verwijzen naar de- en het-woorden

Lesprogramma
H2 Formuleren - verwijzen naar de- en het-woorden

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesprogramma
H2 Formuleren - verwijzen naar de- en het-woorden

Slide 1 - Diapositive

In deze les en dit hoofdstuk leer je hoe je juist moet verwijzen naar de- en het-woorden.

Slide 2 - Diapositive

Ik vind het meisje die daar staat ontzettend aardig.

Verbeter de fout in bovenstaande zin.

Slide 3 - Question ouverte

Uitleg
In de vorige dia heb je gezien dat de verwijzing 'het meisje die' onjuist is. Het moet namelijk 'het meisje dat' zijn. Maar waarom eigenlijk?

In dit hoofdstuk ga je leren hoe je al je verwijzingen naar de- en het-woorden goed maakt. 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg
Zelfstandige naamwoorden hebben een geslacht. 
  • De-woorden kunnen zowel mannelijk (m) als vrouwelijk (v) zijn. 
  • Het-woorden hebben geen geslacht en worden 'onzijdig' genoemd. 
Als je niet weet welk geslacht het woord heeft en je hebt die info nodig, dan kun je het opzoeken in een woordenboek.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
Maar hoe moet je nu verwijzen? Hier is een gemakkelijk ezelsbruggetje voor:

de-woorden => die, deze
het-woorden => dit, dat

Je ziet dat de verwijswoorden naar de-woorden, eindigen op een -e.
Je ziet dat de verwijswoorden naar het-woorden, eindigen op een -t. 
Hierdoor kun je dus heel gemakkelijk onthouden hoe je naar de- en het-woorden verwijst!

Slide 6 - Diapositive

Vul het juiste verwijswoord in:

Ik vind de jongen ... in mijn straat woont, altijd erg onsympathiek.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Vertel ons uw wensen; wij vertalen ... in uw ontwerp.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:
Als het ontwerp gereed is, kunt u ... door ons laten realiseren.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Dit bedrijf levert producten ... van zeer slechte kwaliteit zijn.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Het centrum van Tilburg, ... veel verschillende winkels heeft, gaat op de schop.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Het boek ... ik laatst heb gelezen, is verdwenen uit de mediatheek.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 12 - Quiz

Verwijzen naar de- en het-woorden
het woorden => dat
Bij elkaar horen het, dit en dat

de woorden => die of dat
Bij elkaar horen de, deze en die

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Maak de opdrachten van hoofdstuk 2 - Formuleren - verwijzen naar de- en het-woorden p.64/65

TH nakijken oranje woordenschat
paars grammatica

Slide 14 - Diapositive