Par 3.1 Deel 1

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Slide 1 - Diapositive

3.1 Hoe betaal je?
Leerdoelen : 
- Wat is de functie van geld
- In welke vormen komt geld voor
- Op welke manieren kun je met geld betalen
- Welke voor- en nadelen zitten aan deze manieren

Slide 2 - Diapositive

Waar denk jij aan bij het woord geld?

Slide 3 - Carte mentale

Wie oh wie krijgt de beurt?!

Slide 4 - Diapositive

Soorten geld
Chartaal geld                                                          Giraal geld

Slide 5 - Diapositive

Giraal geld
Als je geld opneemt bij een geldautomaat...
- hoeveelheid giraal geld daalt
- hoeveelheid chartaal geld stijgt


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Ruilmiddel: 
je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld
Rekenmiddel:
je kunt de waarde van verschillende producten met elkaar vergelijken
Spaarmiddel:
je geeft een deel van je inkomen niet uit, zodat je het later kunt gebruiken

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Directe & Indirecte ruil
Directe ruil:
Je ruilt een product tegen een ander product (zonder geld te gebruiken)
Indirecte ruil:
Je ruilt goederen of diensten met beulp van een ruilmiddel (geld)

Slide 10 - Diapositive

Wie oh wie krijgt de beurt?!

Slide 11 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van chartaal geld?
A
creditcard
B
bankpas
C
biljetten
D
pinpas

Slide 12 - Quiz

Welk voorbeeld is GEEN voorbeeld van directe ruil!
A
banaan voor een pen
B
banaan voor geld
C
pen voor een appel
D
appel voor een banaan

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!

Kader:
Lezen:  blauwe teksten (blz. 70 & 71) 
Maken: Kader: Opdr. 1 t/m 6
(blz. 70 & 71)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
Klaar? 
K:  Aan docent laten zien, dan mag je daarna Rustig op je telefoon

Slide 14 - Diapositive