Arbeidsmarkt paragraaf 1 en 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom leerjaar 3

Economie 

Inhoud

Starten met hoofdstuk 4 basis/ hoofdstuk 5 kader

Uitleg 4.1 / 5.1

Opdrachten maken 4.1 / 5.1

Uitleg 4.2 / 5.2

Opdrachten maken 4.1 / 5.2

Leerdoelen

• wat een cao is
• hoe je je nettoloon kunt berekenen
  
• wat het minimum(jeugd)loon is
  
• hoe je berekeningen kunt maken met het minimum(jeugd)loon
  

Ik heb een bijbaantje

JA

NEE

Mijn salaris ontvang ik op mijn bankrekening

JA

NEE

Arbeidsovereenkomst

In een arbeidsovereenkomst staan afspraken over:

welk werk je gaat doen

hoeveel uur je werkt

je loon

CAO

De meeste afspraken in een arbeidsovereenkomst komen uit de

cao (collectieve arbeidsovereenkomst).

In de cao staan de arbeidsvoorwaarden voor iedereen in een bedrijfstak.

Een bedrijfstak is bijvoorbeeld de gezondheidszorg, de bouw of het onderwijs.

Brutoloon en nettoloon

Brutoloon = loon waar de belasting en sociale premies nog van af moet

Nettoloon = is de belasting en sociale premies van af. Het bedrag wat je op je bankrekening krijgt.

Wat overblijft is je nettoloon. Dat bedrag ontvang je op je rekening.

Soorten werk

Wit werk = je betaald belasting en sociale premies over je loon

grijs werk = onbetaald werk, bv je eigen slaapkamer opruimen

zwart werk =  je betaald geen belasting en sociale premies over je loon

Waar heb je recht op?

Aan het werk

Pak je boek voor

Maken paragraaf 4.1 / 5.1

mag samenwerken met leerling naast je

fluisteren

Leerdoelen 4.2 / 5.2

welke arbeidsmotieven je kunt hebben

welke productiesectoren er zijn

wat arbeidsverdeling is

wat een zzp’er is

Op onze bankrekening ontvangen wij het brutoloon

Je kamer opruimen is

1. wit werk
2. grijs werk
3. zwart werk
4. oranje werk

Aan het werk

Ga verder waar je gebleven bent

maak tot en met 4.2 / 5.2

samenwerking mag, maar op fluistertoon!

In de …(1)… (arbeidsovereenkomst / cao) staan arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde …(2)… (bedrijfstak / vakbond), zoals het onderwijs of de glastuinbouw.

Welke van onderstaande antwoorden zijn arbeidsmotieven

1. nuttig zijn
2. voor geld
3. voor ritme
4. voor sociale contacten

Weektaak/huiswerk

Alles wat nog niet af is van 4.1 en 4.2 / 5.1 en 5.2 is huiswerk voor volgende week!