Clase 12: C1 Unidad 8. Comunicación/destrezas/Reflexión y evaluación

¡Bienvenidos chicos y chicas!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Slide 1 - Diapositive

Unidad 8 Comunic./Destrezas/Refl. y evaluación
1. Descripción física.

Slide 2 - Diapositive

Beschrijven uiterlijk
Zoals jullie net hebben kunnen zien gebruiken we voor vaste eigenschappen ser en voor tijdelijke eigenschappen estar. Daarnaast gebruiken we bij de beschrijvingen van karakter en uiterlijk ook vaak het ww tener
Let op: tener + het lidwoord (el/la/los/las) + zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord (beschrijving)

Voorbeeld: Tiene los ojos azules. - Hij heeft blauwe ogen.

Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden:
1. Soy alta y tengo el pelo castaño y largo
Ik ben lang (meisje) en ik heb bruin en lang haar.
2. Soy simpática y tengo los ojos verdes.
Ik ben aardig en ik heb groene ogen.
3. Él es guapo pero tiene la nariz bastante grande.
Hij is knap maar hij heeft een vrij grote neus.

Slide 4 - Diapositive

Bijwoorden
1. muy - heel of erg
Tiene los ojos muy grandes. - Hij heeft heel grote ogen.

2. bastante - tamelijk / vrij / behoorlijk / nogal
Tiene la nariz bastante grande. - Hij heeft een tamelijk grote neus. 

3. un poco - een beetje / redelijk
Es un poco grande - Hij is een beetje / redelijk groot. 

Slide 5 - Diapositive

¡Un juego!

Slide 6 - Diapositive

9

Slide 7 - Vidéo

00:32
1. Es rubia y tiene el pelo liso.
A
Sara
B
Ana
C
María
D
Carla

Slide 8 - Quiz

00:39
2. Es morena y lleva coleta.
A
María
B
Ana
C
Carla
D
Rocío

Slide 9 - Quiz

00:45
3. Tiene el pelo castaño y rizado.
A
Sara
B
Ana
C
Carla
D
Rocío

Slide 10 - Quiz

00:51
4. Tiene el pelo largo y ondulado.
A
Sara
B
Ana
C
Carla
D
María

Slide 11 - Quiz

00:59
5. Es pelirroja y lleva trenzas.
A
Sara
B
Rocío
C
Ana
D
María

Slide 12 - Quiz

01:09
6. Es moreno y lleva patillas (bakkebaard)
A
Luis
B
Toni
C
Alex
D
Juan

Slide 13 - Quiz

01:16
7. Es calvo y lleva barba.
A
Sergio
B
Toni
C
Luis
D
Alex

Slide 14 - Quiz

01:22
8. Es castaño/tiene el pelo castaño.
A
Juan
B
Alex
C
Toni
D
Sergio

Slide 15 - Quiz

01:27
9. Tiene el pelo blanco.

Slide 16 - Question ouverte