Examenvragen HC Nederland

In 1949 was Nederland een van de oprichters van de NAVO.
Leg uit bij welke verandering van de Nederlandse buitenlandse politiek na
1945 het lidmaatschap van de NAVO paste en geef vervolgens een politieke verklaring voor deze verandering. (3p)
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

In 1949 was Nederland een van de oprichters van de NAVO.
Leg uit bij welke verandering van de Nederlandse buitenlandse politiek na
1945 het lidmaatschap van de NAVO paste en geef vervolgens een politieke verklaring voor deze verandering. (3p)

Slide 1 - Diapositive

Leg uit bij welke verandering van de Nederlandse buitenlandse politiek na
1945 het lidmaatschap van de NAVO paste en geef vervolgens een politieke verklaring voor deze verandering. (3p)

Slide 2 - Question ouverte

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Het lidmaatschap van de NAVO paste bij het loslaten van de
vooroorlogse neutraliteitspolitiek (of een juiste omschrijving hiervan), omdat door dit lidmaatschap Nederland openlijk de kant koos van / zich moest inzetten voor het westers bondgenootschap 2
• Nederland dacht niet in staat te zijn zich te beschermen tegen het communisme / voelde zich door de Koude Oorlog bedreigd (waardoor zij lid werd van een defensief bondgenootschap) / wilde de Marshallhulp niet mislopen (waardoor de invloed van de Verenigde Staten toenam) 1

Slide 3 - Diapositive

Een anekdote:
In 1973 werd in overleg met het ministerie van Economische Zaken het
volgende bericht in de landelijke dagbladen geplaatst:
"Als u wat kalmer optrekt en rustiger rijdt, bespaart u per dag
1.300.000 liter benzine. In een test is gebleken dat onrustig ruw rijden ten
koste gaat van indrukwekkende hoeveelheden brandstof. Wegspuiten bij
een stoplicht en hard remmen op het laatste moment kan u, als u er een
gewoonte van maakt, veel meer benzine kosten dan een gelijkmatiger
rijstijl."
Leg uit dat het doel van dit bericht paste bij de actuele situatie in 1973. (2p)

Slide 4 - Diapositive

Leg uit dat het doel van dit bericht paste bij de actuele situatie in 1973. (2p)

Slide 5 - Question ouverte

Uit het antwoord moet blijken dat met dit bericht een tekort aan brandstof moest worden voorkomen dat dreigde omdat in 1973 de oliecrisis plaatsvond / in 1973 de import van olie naar Nederland onder druk stond.
 
Opmerking: 
Alleen als in het antwoord een juist verband wordt gelegd tussen de oliecrisis en het doel van dit bericht, worden scorepunten toegekend. 

Slide 6 - Diapositive

Een conclusie:
Met de bron (zie slide 6) kun je een overeenkomst en een verschil aantonen tussen de standpunten van de provo's en die van de punkbeweging.
Ondersteun deze conclusie door, telkens met een passende verwijzing naar de bron (4p):
- een standpunt van de punkbeweging aan te geven dat overeenkomt met dat van de provo's en
- een standpunt van de punkbeweging aan te geven dat verschilt van dat van de provo's.

Slide 7 - Diapositive

Uit het lied Regering (krijg de tering) van de Nederlandse punkband
Balthasar Gerards Kommando (B.G.K.) uit 1983:

Grote kampanjes1) veel beloven
Moeten wij die lulkoek geloven
Stemmen helpt allang niet meer
Rechts wint toch wel keer op keer
Je wordt verwacht je neer te leggen
Bij wat de meeste mensen zeggen
Als je ertegen protesteert
Word je met harde hand bekeerd

noot 1 Verkiezingscampagnes

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Door (een van de volgende): 1
- de titel Regering (krijg de tering)
- het benoemen van regeringsbeleid als lulkoek
• verwoordt B.G.K. het standpunt dat ze zich verzetten tegen de
autoriteiten, wat overeenkomt met het standpunt van de provo's 1
• Door te zingen dat (een van de volgende): 1
- stemmen niet helpt
- je je moet neerleggen bij wat de meeste mensen zeggen
- je met harde hand wordt bekeerd
• verwoordt B.G.K. het standpunt dat ze weinig vertrouwen hebben in de
democratie / in de toekomst (wat verschilt van de provo's die meer
inspraak wilden / ervan uitgingen dat ze de wereld konden verbeteren) 1
Opmerking
Alleen als (bij de eerste deelvraag) een juiste overeenkomst en (bij de
tweede deelvraag) een juist verschil tussen de standpunten van de provo's
en de punkbeweging wordt genoemd, wordt telkens 1 scorepunt toegekend
aan een passende verwijzing naar de bron.
 Beschikbaar gesteld door Sti

Slide 9 - Diapositive

In de televisieserie De taarten van Abel (op televisie sinds 2003) bakken
kinderen een taart om iemand te bedanken of te steunen, zoals
bijvoorbeeld:
1 Een meisje dat een taart bakte om haar vader te bedanken die na hun
vlucht in 2016 uit het Afrikaanse land Oeganda hard werkte om een
nieuw bestaan op te bouwen in Nederland.
2 Een meisje dat een taart bakte om te laten weten dat ze het stoer
vond dat haar tante ging trouwen met haar vriendin.
Met deze afleveringen uit De taarten van Abel kun je verschillende
kenmerkende aspecten uit de tweede helft van de twintigste eeuw
illustreren.
Noem voor beide afleveringen van de televisieserie een verschillend
kenmerkend aspect dat hierbij past (2p).
Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken. 

Slide 10 - Diapositive

Noem voor beide afleveringen van de televisieserie een verschillend
kenmerkend aspect dat hierbij past (2p).

Slide 11 - Question ouverte

Voorbeeld van een juist antwoord is:
bij 1:
• Een Oegandese familie die een bestaan opbouwt in Nederland past bij
'de ontwikkeling van een pluriforme en multiculturele samenleving' 1
bij 2:
• Het steunen van een homoseksuele tante (die openlijk uitkomt voor
haar geaardheid) past bij 'de ingrijpende sociaal-culturele
veranderingsprocessen vanaf de jaren zestig' 1
Opmerkingen
- Als bij de eerste deelvraag 'de dekolonisatie die een eind maakte aan
de westerse hegemonie in de wereld' wordt geantwoord, wordt geen
scorepunt toegekend (omdat dit in 2016 niet meer plaatsvond).
- Als een kenmerkend aspect twee keer genoemd wordt, wordt alleen bij
de eerste vermelding 1 scorepunt toegekend

Slide 12 - Diapositive

Ondanks sterke anti-Duitse gevoelens in de Nederlandse samenleving, steunde de Nederlandse overheid de wederopbouw van West-Duitsland en pleitte zij begin jaren 1950 voor de West-Duitse herbewapening.
Historici concluderen dat de Nederlandse overheid beide ontwikkelingen steunde omdat Nederland hiervan zou profiteren.
Ondersteun deze conclusie door voor beide ontwikkelingen aan te geven op welke manier Nederland hiervan kon profiteren. (2p)

Slide 13 - Diapositive

Ondersteun deze conclusie door voor beide ontwikkelingen aan te geven op welke manier Nederland hiervan kon profiteren. (2p)

Slide 14 - Question ouverte

Voorbeeld van een juist antwoord:
• De Nederlandse overheid steunde de wederopbouw omdat
West-Duitsland een belangrijke handelspartner was (zodat de
Nederlandse economie zou profiteren van een sterke West-Duitse
economie) 1
• De Nederlandse regering pleitte voor herbewapening omdat een sterk
West-Duitsland kon bijdragen aan de verdediging van West-Europa
tegen het communistische Oostblok 1 

Slide 15 - Diapositive

In 1962 organiseerde een supermarktketen een wedstrijd voor caissières, waarbij de deelneemsters werden beoordeeld op nauwkeurigheid en snelheid.
 
Deze wedstrijd paste bij de opkomst van de consumptiemaatschappij.
Leg dit verband uit. (2p) 

Slide 16 - Diapositive

Deze wedstrijd paste bij de opkomst van de consumptiemaatschappij.
Leg dit verband uit. (2p)

Slide 17 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
Door te oordelen op nauwkeurigheid / snelheid van het afrekenen, liet de supermarktketen zien dat zij gericht was op meer omzet / dat zij wilde bevorderen dat er steeds meer kon worden verkocht (wat paste bij de opkomst van de consumptiemaatschappij). 

Slide 18 - Diapositive

In de jaren 1970 werden in Nederland zogenoemde 'moedermavo's' opgericht. Op deze scholen konden volwassenen op latere leeftijd alsnog een middelbareschooldiploma halen. Het kabinet-Den Uyl (1973-1977) besloot deze scholen financieel te ondersteunen.
Twee beweringen:
De financiering van deze moedermavo's:
1 ondersteunde de veranderende positie van vrouwen in de
samenleving.
2 paste bij het ideaal van een maakbare samenleving in die tijd.
Ondersteun beide beweringen met een argument. (2p)

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld van een juist antwoord is:
De financiering van de moedermavo's:
bij 1:
• ondersteunde de veranderende positie van vrouwen in de jaren 1970,
omdat vrouwen door het volgen van onderwijs kozen voor ontplooiing
buitenshuis / hun kansen op de arbeidsmarkt vergrootten (terwijl eerst
een dienende rol / rol als huisvrouw vanzelfsprekend werd gevonden) 1
bij 2:
• paste bij het ideaal van de maakbare samenleving, omdat het kabinet
met de ondersteuning van de moedermavo's de gelijkheid / financiële
onafhankelijkheid van vrouwen wilde bevorderen (en daarmee de
samenleving stuurde in de door haar gewenste richting) 1 

Slide 20 - Diapositive

Twee gegevens over taalonderwijs aan kinderen van migranten in
Nederland:
1 In 1983 werd het door de Wet Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur
(OETC) mogelijk voor kinderen van migranten om binnen lestijd op
school les te krijgen in hun moedertaal.
2 In 2004 beëindigde de overheid de bekostiging van lessen in de
moedertaal volledig.
Bewering:
Elk gegeven is te verklaren vanuit een andere visie op de multiculturele
samenleving.
Onderbouw de bewering voor elk gegeven. (2p)

Slide 21 - Diapositive

Antwoord multiculturele samenleving

Slide 22 - Question ouverte

Antwoord moedermavo

Slide 23 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
• Gegeven 1 is te verklaren door een positieve visie op de multiculturele
samenleving, waardoor het niet als probleem wordt gezien dat
migranten hun moedertaal en cultuur behielden 1
• Gegeven 2 is te verklaren vanuit een kritische visie op de multiculturele
samenleving, waardoor lessen in de moedertaal werden gezien als
belemmerend voor de integratie (en daarom niet meer door de
overheid ondersteund moesten worden) 1
Opmerking
Alleen als een passende visie op de multiculturele samenleving wordt
ondersteund door een juiste verklaring, wordt telkens 1 scorepunt
toegekend.

Slide 24 - Diapositive

In 1963 verscheen in het vrouwenblad Margriet een advertentie voor het
'Tankmodel', een nieuw model stofzuiger van Philips. In een fotostrip werd
het verhaal verteld van een vrouw die problemen heeft met haar oude
model stofzuiger. Met haar man schaft zij het 'Tankmodel' aan, waarna zij
weer probleemloos kan stofzuigen.
In de tijd dat de advertentie geplaatst werd, deden zich in Nederland twee
veranderingen voor:
1 Nederland werd een consumptiemaatschappij.
2 De emancipatie van de vrouw kwam op gang.
Geef voor beide veranderingen aan of deze met de advertentie
ondersteund kunnen worden of niet. (4p)

Slide 25 - Diapositive

1 Nederland werd een consumptiemaatschappij.
2 De emancipatie van de vrouw kwam op gang.
Geef voor beide veranderingen aan of deze met de advertentie
ondersteund kunnen worden of niet. (4p)

Slide 26 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
• Verandering 1 kan met de advertentie wel ondersteund worden, omdat
in een vrouwenblad voor stofzuigers werd geadverteerd, waaruit blijkt
dat in huishoudens (moderne) apparaten hun intrede hadden gedaan /
dat het toen interessant was voor bedrijven om te adverteren voor
producten (wat past bij een consumptiemaatschappij) 2
• Verandering 2 kan met de advertentie niet ondersteund worden, omdat
de advertentie ervan uitgaat dat de vrouw stofzuigt (en niet de man) /
dat de vrouw samen met haar man een stofzuiger koopt (waaruit niet
blijkt dat de vrouw geëmancipeerd is) 2

Slide 27 - Diapositive

Bewering:
Het pamflet uit 1966 (zie volgende slide) past bij de beginnende ontzuiling in Nederland.
Ondersteun de bewering met twee verschillende argumenten, steeds met een aparte verwijzing naar de bron (4p)

Slide 28 - Diapositive

In 1966 publiceert het Initiatiefcomité D'66 het pamflet Appèl aan iedere Nederlander
die ongerust is over de ernstige devaluatie van onze democratie. Daarin schrijft het
comité onder meer:

De ideologieën van de huidige Nederlandse politieke partijen geven geen
antwoord meer op de vragen die ons bezighouden. Velen zouden liever hun
stem uitbrengen op grond van een visie op heden en toekomst dan op grond
van politiek gezien verouderde beginselen.
De kiezers aanvaarden de bestaande politieke partijen steeds minder als
uitdrukking van hun politieke wil. Daar komt bij dat de programma's onderling
zo weinig verschillen, dat zij de kiezers geen duidelijke keuzemogelijkheden
meer bieden.

Slide 29 - Diapositive

Antwoord pamflet

Slide 30 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
• Uit de opvatting dat de ideologieën van de politieke partijen geen
antwoord meer geven op de vragen van de kiezers / de beginselen van
de partijen verouderd zijn, blijkt dat kiezers zich niet meer laten leiden
door de ideologie van de zuil (wat past bij ontzuiling) 2
• Uit de opvatting dat de partijprogramma's op elkaar lijken, blijkt dat de
grenzen tussen de zuilen beginnen te vervagen 2 

Slide 31 - Diapositive

n 1857 stichtten de Britten in India universiteiten in Madras, Calcutta en Bombay. Op deze universiteiten kregen Indiërs les in het Britse rechtssysteem.
Leg uit dat de oprichting van deze universiteiten past bij de opzet van het Britse bestuur in India. (2p)

Slide 32 - Diapositive

Leg uit dat de oprichting van deze universiteiten past bij de opzet van het Britse bestuur in India.

Slide 33 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
Door het volgen van deze opleiding aan een van deze universiteiten waren Indiërs in staat om te werken in een bestuurlijke functie, wat past bij de opzet van de Britten om de inheemse bevolking zoveel mogelijk bij het bestuur van de kolonie te betrekken. 

Slide 34 - Diapositive

Als voorbereiding op de Duitse hereniging werd de Ostmark
vervangen door de West-Duitse D-Mark. Ondanks het feit dat de Ostmark veel minder waard was, werd een wisselkoers vastgesteld van 1 : 1. 

Leg uit welk politiek doel met deze wisselkoers van de Ostmark en de D-Mark werd nagestreefd. (2p)

Slide 35 - Diapositive

Leg uit welk politiek doel met deze wisselkoers van de
Ostmark en de D-Mark werd nagestreefd. (2p)

Slide 36 - Question ouverte

Kern van een juist antwoord is:
Met de invoering van een wisselkoers die voordelig was voor de Oost-Duitsers (omdat de Ostmark evenveel waard werd als de veel duurdere D-Mark), wilde de Duitse regering ervoor zorgen dat de Oost-Duitsers positief tegenover de hereniging met West-Duitsland stonden / dat de Oost-Duitse bevolking economisch ondersteund werd / dat de hereniging van Duitsland soepel zou gaan. 

Slide 37 - Diapositive

Vraag 1 (blz. 310)

Slide 38 - Question ouverte

Het was mogelijk dat in een fabriek katholieke, protestantse en socialistische arbeiders in dezelfde hal samenwerkten. Voor, tijdens en na het werk zouden ze elkaar wat beter leren kennen en begrip kunnen krijgen voor elkaars standpunten en overtuigingen. Dat zou de band binnen de eigen zuil kunnen verzwakken. (2 punten)
Na de Tweede Wereldoorlog moest er in Nederland veel opnieuw worden opgebouwd én er moest nieuwe werkgelegenheid worden gecreëerd. Hiertoe was een grootschalige industrialisatie noodzakelijk. De leiders van de zuilen beseften dat de economische noodzaak op dat moment belangrijker was dan het behoud van de religieuze of ideologische zuiverheid. (2 punten)

Slide 39 - Diapositive

Vraag 2 examentraining NL

Slide 40 - Question ouverte

Wilhelmina doelde op de politiek-maatschappelijke structuur. Meer in het bijzonder sprak zij over de mislukte doorbraak. Velen hoopten dat de verzuiling in Nederland niet zou terugkeren. Toen dat toch gebeurde, was dat voor velen een teleurstelling. (2 punten)

Slide 41 - Diapositive

Vraag 3 examentraining NL

Slide 42 - Question ouverte

Deze bron is bruikbaar voor de volgende ontwikkelingen: de economische situatie, de consumptiemaatschappij en voor de man-vrouwverhoudingen.
Op de bron zijn nieuwe dure huishoudelijke apparaten te zien. Deze consumptiegoederen kunnen alleen gekocht worden door mensen die veel verdienen. Dat kan alleen bij een goed draaiende economie. Op de bron is een vrouwelijke minister te zien die uitleg krijg t van een mannelijke verkoper. In 1961 was dit nog ongebruikelijk: toen waren vrouwen nog sterk ondergeschikt aan de mannen. (4 punten)

Slide 43 - Diapositive

Vraag 4

Slide 44 - Question ouverte

Deze liedtekst past het best bij de provo’s. Deze jongerencultuur zette zich het sterkst af tegen de burgerlijke moraal van de generatie van hun ouders en streefden naar een heel andere maatschappij. De provo’s ‘haten gezag’ en lieten duidelijk merken dat hun ouders maar moesten ‘opvliegen’ als ze het niet eens waren met de nieuwe wereld waar de provo’s naar toe wilden. De hippies waren ook voor verandering, maar waren in hun uitingen veel milder, vreedzamer en in het openbaar minder provocerend. (2 punten)

Slide 45 - Diapositive

Vraag 5 examentraining NL

Slide 46 - Question ouverte

In deze bron is nog geen sprake van ontkerkelijking: de vrouw ging nog naar de pastoor om advies.
In deze bron is het voor de huisarts nog niet duidelijk dat de verzuilde samenleving bezig is te veranderen. Hij weigert de pil te geven door een beroep te doen op uitspraken van de paus. De pastoor ziet wel in dat de wereld aan het veranderen is en hecht waarde aan het maken van individuele keuzes (in dit geval door de moeder van tien kinderen). (3 punten)

Slide 47 - Diapositive

Vraag 7 examentraining NL

Slide 48 - Question ouverte

Met the Dutch disease bedoelden de buitenlandse journalisten de enorm hoge uitgaven voor de sociale zekerheid (uitkeringen) die in sterke mate verantwoordelijk waren voor het begrotingstekort en de oplopende staatsschulden. Deze vormden een rem voor het economisch herstel.
Met the Dutch miracle bedoelden de buitenlandse journalisten de bereidheid van de overheid, werkgevers en werknemers om (tijdelijk) de strijdbijl te begraven en eendrachtig samen te werken om zo de economie er weer bovenop te helpen. (2 punten)

Slide 49 - Diapositive

opdracht 10

Slide 50 - Question ouverte

opdracht 12

Slide 51 - Question ouverte

opdracht 14

Slide 52 - Question ouverte

opdracht 15

Slide 53 - Question ouverte

opdracht 24

Slide 54 - Question ouverte