Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Oefenen H5 kb H4 bb
Slide 1 - Diapositive
Planning
10 minuten leren
Rekenvragen oefenen
Begrippen ?
Slide 2 - Diapositive
Aan de slag!
Bereid je voor op de quiz van straks.
Leer de begrippen
en/of
Bekijk de rekenopdrachten op de groene pagina's
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Oefenen met rekenen
Slide 4 - Diapositive
Je brutoloon is € 2.150. Je betaalt € 225,75 aan loonbelasting en € 137,50 aan sociale premies.
Bereken je nettoloon.
Slide 5 - Question ouverte
Gert en Anton beginnen een vennootschap onder firma. Hun startkapitaal is € 35.000. Van dit bedrag is 62% afkomstig van Gert, de rest komt van Anton.
Bereken welk bedrag Anton heeft bijgedragen aan het startkapitaal.
Slide 6 - Question ouverte
In België bestaat de beroepsbevolking uit 5,5 miljoen mensen. 21% van de beroepsbevolking is werkzaam in de secundaire sector.
Bereken het aantal mensen dat in deze sector werkt.
Slide 7 - Question ouverte
Een provincie telt 530.400 vrouwen tussen de 15 en de pensioenleeftijd die tot de beroepsbevolking behoren. In deze provincie wonen 780.000 vrouwen in deze leeftijd. Bereken de arbeidsparticipatie van vrouwen.
Slide 8 - Question ouverte
Leon verdiende € 1.940 per maand. Nu hij ontslagen is, krijgt hij een uitkering. In de eerste twee maanden na zijn ontslag bedraagt die 75% van zijn laatstverdiende loon. Bereken de uitkering die hij in de eerste twee maanden krijgt.
Slide 9 - Question ouverte
Leon verdiende € 1.940, eerst 2 maanden 75% en daarna 70% Met hoeveel euro gaat Leons uitkering na twee maanden omlaag?