Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Sinterklaas was ...
A
bisschop van Myra
B
bisschop van Madrid
C
bisschop van Bari
Slide 1 - Quiz
Bij de AH betaal je €14,50 voor 10 zakken pepernoten. Bij de Lidl betaal je €21,- voor 15 zakken. Bereken bij welke supermarkt de pepernoten het voordeligst zijn?
Slide 2 - Question ouverte
Om voor acht personen pannenkoeken te bakken, heb je 600 gram pannenkoekenmix nodig.
Esmee wil voor zes personen pannenkoeken bakken en rekent via één tussenstap van acht personen naar zes personen.
Hoeveel gram pannenkoekenmix moet Ermee gebruiken?
Slide 3 - Question ouverte
Van de 150 pepernoten kosten 1 euro. Hoeveel kosten 60 pepernoten?
A
0,15
B
0,20
C
0,40
D
0,60
Slide 4 - Quiz
Marja heeft 5 van de 20 pepernoten opgegeten. Kim heeft 25% van haar 20 pepernoten opgegeten. Wie heeft er meer pepernoten op?
A
Marja
B
Kim
C
Evenveel
Slide 5 - Quiz
Wat was het beroep van Sinterklaas ?
Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Ozosloom
B
Ozosnel
C
Amerigo
D
Peerdje
Slide 6 - Quiz
Sinterklaas is de man die alles weet.
Wat is "Sinterklaas" in deze zin?
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm
D
Werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quiz
Wat was het beroep van Sinterklaas ?
Waar woont Sinterklaas?
A
Utrecht
B
Amsterdam
C
Madrid
D
érgens in Spanje
Slide 8 - Quiz
Sinterklaas is:
A
Rooms Katholiek
B
Nederlands Hervormd
C
Grieks Orthodox
D
Goedgelovig
Slide 9 - Quiz
Wat was het beroep van Sinterklaas ?
Hoe heet de hoed van Sinterklaas?
A
baret
B
kroon
C
mijter
D
toupet
Slide 10 - Quiz
Wat was het beroep van Sinterklaas ?
Wanneer is Sinterklaas jarig?
A
10 maart
B
19 december
C
onbekend
D
5 december
Slide 11 - Quiz
Wat was het beroep van Sinterklaas ?
Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas?
A
baret
B
kroon
C
mijter
D
toupet
Slide 12 - Quiz
Wat was Sinterklaas?
A
een monnik
B
een paus
C
een bisschop
D
een dominee
Slide 13 - Quiz
Van de 150 pepernoten kosten 1 euro. Hoeveel kosten 60 pepernoten?
A
0,15
B
0,20
C
0,40
D
0,60
Slide 14 - Quiz
Wat zit er niet in een pepernoot?
A
Suiker
B
Speculaaskruiden
C
Peper
D
Zout
Slide 15 - Quiz
Piet bestelt pepernoten. Per zak kosten de pepernoten € 1,50. De bezorgkosten zijn € 4,-. Hoeveel moet Piet betalen als hij 4 zakken pepernoten bestelt.
A
€ 4,-
B
€ 13,50
C
€ 12,-
D
€ 10,-
Slide 16 - Quiz
11
Slide 17 - Diapositive
Los de rebus op!
Slide 18 - Question ouverte
He believes in Sinterklaas. – _______ he believe in Sinterklaas?