film- of boekbespreking, review/beoordeling van een hotel of restaurant
activeren
dat de lezer iets gaat doen
advertentie, reclamefolder, lid worden een club, donor worden.
Slide 5 - Diapositive
Ga naar Max Online, hoofdstuk 5 paragraaf lezen
Wat weet je over deze paragraaf? Doe de oefeningen bij TestJezelf.
Maar eerst dit.....
5.3 Lezen
Test jezelf
Slide 6 - Diapositive
Fictie-opdracht 4 LJ1
Slide 7 - Diapositive
Uitleg over fictietaak 4 (dit krijg je ook op papier)
Werken aan je fictietaak 4
Fictietaak 4 Schrijf het verhaal af
Vandaag
Slide 8 - Diapositive
Je gaat een verhaal afschrijven.
Je krijgt het eerste deel van een fictie-tekst
Dit verhaal is niet af. Je schrijf een passend einde dat past bij het fragment. (daarover zo meer)
Het einde mag geen open einde zijn!
Het verhaal moet tussen de 400 en 500 woorden zijn (dat is ongeveer 1 A4-tje)
Maak een tekening of zoek een foto die past bij jouw verhaal.
Het verhaal moet 27 mei zijn ingeleverd. We werken hier ook in de klas aan.
Je krijgt een checklist over wat er in je tekst moet zitten.
Fictietaak 4 – Het Experiment afschrijven
Slide 9 - Diapositive
Je schrijft fictie, daarbij moet je in je verhaal het volgende duidelijk vermelden:
Wat gebeurt er als Yasmina en Laura weg willen lopen?
Wie zitten er achter de deur? (Beschrijf minimaal twee personen)
Wat zien ze achter de geheime deur, hoe ziet het daar eruit? (Beschrijf dit in de stijl van het fragment )
Wat gebeurt er eigenlijk achter de geheime deur?
Wat gebeurt er met Yasmina en Laura (ze moeten er veilig uitkomen)
Fictietaak 4 – Het Experiment afschrijven
Slide 10 - Diapositive
Schrijf ook een duidelijke dialoog tussen Yasmina en Laura van 4 tot 6 zinnen. Een dialoog is een gesprek tussen twee personen. Je herkent dit in een tekst door een directe rede.
Voorbeelden van een directe rede: Yasmina zei:‘Wat gaan ze met ons doen?’. ‘Ik weet het niet’, antwoordde Laura. 'Maar aan wie moeten we het vragen?' 'Hoe moet ik dat weten,'gilde Yasmina.
In het fragment zitten ook genoeg voorbeelden hoe je dit moet doen.