H5-3

Vandaag
  • Oefenen proefwerk H5 (geluid aan!)
  • Volgende week vrijdag PW H5 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Oefenen proefwerk H5 (geluid aan!)
  • Volgende week vrijdag PW H5 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welke wet is van toepassing op het filmpje?
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
Algemene Wet gelijke Behandeling
D
Discriminatiewet

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Als je het hebt over het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid,
dan bedoel je daarmee…

A
arbeidsmarkt
B
beroepsbevolking
C
vacature
D
werkgelegengheid

Slide 5 - Quiz

In een land zijn 400.000 werklozen. Dat is 6% van de beroepsbevolking. Er zijn 80.000 vacatures
Bereken hoe groot de werkgelegenheid is.

beroepsbevolking is 400.000 : 6 x 100 = 6.666.667
Werkgelegenheid = beroepsbevolking - werklozen + vacatures
werkgelegenheid = 6.666.667 - 400.000 + 80.000 = 6.346.667
A
480.000
B
6.346.667
C
6.666.667
D
80.000

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Hoe kun je de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) van vrouwen vergroten?
A
Bedrijven verplichten % vrouwen aan te nemen
B
Thuiswerk makkelijker maken
C
Meer kinderen nemen als vrouw
D
Gratis kinderopvang

Slide 8 - Quiz

Werk dat niet geregistreerd is en waarover je geen belasting betaald
A
Wit werk
B
Zwart werk
C
Grijs werk
D
Rood werk

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Noem een voorwaarde waaraan je moet voldoen voor een WW uitkering
A
Op tijd inschrijven bij UWV
B
26 van de laatste 36 weken gewerkt
C
Buiten je schuld om werkloos
D
Op staande voet ontslagen zijn

Slide 11 - Quiz

Wanneer is de kans groot dat de vraag naar producten daalt?
A
Als de btw op goederen en diensten omlaag gaat.
B
Als de prijzen dalen.
C
Als de mensen minder belasting over hun inkomen betalen.
D
Als de mensen meer sociale premies over hun inkomen betalen

Slide 12 - Quiz

Erik verdiende 2000 euro. Hij raakt werkloos. Hoeveel WW uitkering krijgt hij de 1e maand?

Slide 13 - Diapositive

Erik verdiende 2000 euro. Hij raakt werkloos. Hoeveel WW uitkering krijgt hij de 1e maand?
A
1.400
B
1.500
C
2.000
D
2.750

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

welke werkloosheid zag je op het plaatje?
A
seizoenswerkloosheid
B
frictie werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Welke soort werkloosheid zag je in het plaatje
A
conjuncturele werkloosheid
B
frictie werkloosheid
C
structurele werkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 18 - Quiz

Wat is geen oorzaak van structurele werkloosheid
A
Fabriek wordt verplaatst naar china
B
Robots nemen het werk over
C
CD fabriek gaat failliet
D
de koopkracht van mensen daalt

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wat kan de overheid doen om de werkloosheid te bestrijden
A
belastingen verhogen
B
Grote projecten opstarten (bv snelweg aanleggen)
C
belastingen verlagen
D
Niets

Slide 21 - Quiz

Einde
Huiswerk: Oefentoets maken (minimaal 60%)

Slide 22 - Diapositive