Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
4.4 Zit je zonder werk
Hst 4 Werkt dat zo?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert wat werkgelegenheid is
Je leert wat werkloosheid is
Je leert wat de organisatie UWV doet
Je leert wanneer je een WW uitkering krijgt
Je kunt benoemen wat geregisteerde werkloosheid is
Je leert wat verborgen werkloosheid is.
Je leert wat de gevolgen zijn van werkloosheid
Slide 3 - Diapositive
Werkgelegenheid
Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en de overheid.
De werkgelegenheid kan:
stijgen: door nieuwe bedrijven die starten of bedrijven die uitbreiden
dalen: door bedrijven die failliet gaan of bedrijven die inkrimpen
Slide 4 - Diapositive
Werkloosheid
Aanbod van arbeid is groter dan vraag naar arbeid
Wanneer er niet genoeg banen voor iedereen zijn
inschrijven bij UWV voor WW uitkering
UWV helpt werklozen aan een nieuwe baan
geregisteerde werkloosheid
Slide 5 - Diapositive
Verborgen werkloosheid
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de gevolgen van werkloosheid?
Financiele gevolgen
- minder loon (WW = 70%)
Sociale gevolgen
- Geen contact met collega's
- Niet nuttig meer bezig
- Lastig carrière maken
- Gevoel van schaamte
Slide 7 - Diapositive
Voordelen van meer export:
A
de werkgelegenheid daalt
B
de werkgelegenheid stijgt
Slide 8 - Quiz
Waardoor kan de werkgelegenheid afnemen?
A
Mechanisatie
B
Een groeiende economie
Slide 9 - Quiz
De werkloosheid ontstaat als er meer arbeidskrachten zijn dan arbeidsplaatsen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Waar kan jij je inschrijven als je werkeloos bent
A
BAMF
B
FDG
C
UWV
D
CWI
Slide 11 - Quiz
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 12 - Quiz
Vincent is ontslagen maar laat zich niet inschrijven bij het UWV omdat hij toch geen uitkering krijgt. De ............ zal .............. Kies 2 antwoorden uit: (a of b) en (c of d)