Gehoorschade

Gehoorschade
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Gehoorschade

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Ik kan uitleggen dat hard geluid kan leiden tot gehoorschade.

Slide 2 - Diapositive

Geluiden zijn trillingen in de lucht

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het oor
Binnenoor: venster, slakkenhuis, gehoorzenuw
Het venster trilt en brengt de vloeistof in het binnenoor aan het trillen. In het slakkenhuis bevinden zich de zintuigcellen die gevoelig zijn voor deze prikkel (de trilling). Zij geven een impuls door aan de hersenen via de gehoorzenuw (uitlopers van gevoelszenuwcellen).

Slide 5 - Diapositive

Wat zit er op de grens tussen het buitenoor en het middenoor?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Gehoorgang
D
Gehoorbeentjes

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Het slakkenhuis
Het slakkenhuis bestaat uit drie gangen: het bovenste kanaal, het basilair membraan en het onderste kanaal.
De trillingen in de vloeistof gaan 
eerst door de bovenste kanaal, 
brengen ook het basilairmembraan 
in trilling en dan gaat de trilling door 
naar de onderste kanaal.

Slide 8 - Diapositive

Waar brengt het venster de geluidstrillingen op over?
A
Het slakkenhuis
B
Vloeistof in het binnenoor
C
Zenuwcellen
D
Zenuwen

Slide 9 - Quiz

Zintuigcellen in het oor
In het basilair membraan zitten zintuigcellen met trilhaartjes. Die trilhaartjes registreren het trillen van de vloeistof en maken een impuls.

Slide 10 - Diapositive

Geluiden zijn trillingen in de lucht

Slide 11 - Diapositive

Zintuigcellen oor
Hoge tonen worden aan het begin van het basilair membraan geregistreerd door trilhaar-
cellen en geven daar een
impuls door.


Slide 12 - Diapositive

Zintuigcellen oor
Lage tonen worden aan het einde van het basialir membraan geregistreerd door trilhaarcellen
en geven daar een impuls door.
Zo 'horen' je hersenen het 
verschil tussen hoge en lage 
tonen.

Slide 13 - Diapositive

Harde tonen geven veel impulsen per seconde
(een hoge impulsfrequentie) in de zenuwcellen.

Zachte tonen geven weinig impulsen per seconde
(een lage impulsfrequentie) in de zenuwcellen.

Slide 14 - Diapositive

Geluiden
Geluiden kunnen hard of zacht zijn. 
De geluidssterkte (volume) geven we aan in dB (decibel). 

Als je regelmatig geluiden harder dan 80 dB luistert, krijg je gehoorschade. 

Slide 15 - Diapositive

Gehoorschade
Als je oor te lang een hard geluid hoort slijten de trilhaartjes op de zintuigcellen. Deze schade kan niet meer hersteld worden.
Afhankelijk van op welke plek op het membraan de trilhaartjes beschadigd zijn vallen de hoge of juist de lage tonen weg.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Op welke plek zijn de trilhaartjes beschadigd als de hoge tonen wegvallen?
A
Aan het begin van het basilair membraan
B
In het midden van het basilair membraan
C
Aan het einde van het basilair membraan
D
In de gehoorzenuw

Slide 18 - Quiz

Gehoorschade!

Slide 19 - Diapositive

Gehoorschade

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Gehoorschade






blootstellingsduur

Slide 22 - Diapositive

Gehoorschade voorkomen
Oordopjes gebruiken als je bijvoorbeeld naar 
een concert gaat. De volumebegrenzer op je 
telefoon gebruiken om te voorkomen dat je 
de koptelefoon te hard zet.

20% van de jongeren heeft al gehoorschade! 
Doordat de blootstellingsduur is toegenomen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Lien

Aan het werk!
Basisstof 8 "Gehoorschade"

Opdracht 1 t/m 5

Slide 26 - Diapositive

Opdracht 1
Welke verandering ondergaat dit geluid?


Slide 27 - Diapositive

Opdracht 4
Welke woorden kan hij niet onderscheiden?
Map en nap       OF      sap en tap


Slide 28 - Diapositive