Thema 5 BS 3 en BS 8 Horen

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag, regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag, regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20

Slide 1 - Diapositive

Suiker en bananen zijn allebei zoet. Hoe proef je het verschil tussen deze twee dingen?

Slide 2 - Question ouverte

BS 3 Horen en zien

Slide 3 - Diapositive

Geluid
Geluid is een trilling.
De frequentie bepaalt de toonhoogte, de uitslag (amplitude) bepaalt het volume (uit te drukken in dB, decibel).

Slide 4 - Diapositive

Het oor
Buitenoor: oorschelp, gehoorgang tot aan trommelvlies
Geluid (trillingen) komen via de oorschelp in de gehoorgang en brengen het trommelvlies in 
trilling.


Slide 5 - Diapositive

Het oor
Middenoor: trommelvlies, gehoorbeentjes tot aan het venster
Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel) in trilling.

Slide 6 - Diapositive

Het oor
Buis van Estachius: zit tussen het middenoor en de keelholte.
Zit normaal dicht, bij slikken en gapen open hij en dan wordt het drukverschil tussen oor en keel opgeheven (handig bij vliegen, duiken).

Slide 7 - Diapositive

Het oor
Binnenoor: venster, slakkenhuis, gehoorzenuw
Het venster trilt en brengt de vloeistof in het binnenoor aan het trillen. In het slakkenhuis bevinden zich de zintuigcellen die gevoelig zijn voor deze trillings-
prikkel. Zij geven een impuls door aan
de hersenen via de gehoorzenuw
(uitlopers van gevoelszenuwcellen).

Slide 8 - Diapositive

teken het oor

Slide 9 - Diapositive

Het oor

Slide 10 - Diapositive

Wat zit er op de grens tussen het buitenoor en het middenoor?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Gehoorgang
D
Gehoorbeentjes

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Het slakkenhuis
Het slakkenhuis bestaat uit drie gangen: het bovenste kanaal, het basilair membraan en het onderste kanaal.
De trillingen in de vloeistof gaan 
eerst door de bovenste kanaal, 
brengen ook het basilairmembraan 
in trilling en dan gaat de trilling door 
naar de onderste kanaal.

Slide 13 - Diapositive

Waar brengt het venster de geluidstrillingen op over?
A
Het slakkenhuis
B
Vloeistof in het binnenoor
C
Zenuwcellen
D
Zenuwen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Zintuigcellen in het oor
In het basilair membraan zitten zintuigcellen met trilhaartjes. Die trilhaartjes registreren het trillen van de vloeistof en maken een impuls.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Zintuigcellen oor
Hoge tonen worden aan het begin van het basilair membraan geregistreerd door trilhaar-
cellen en geven daar een
impuls door.


Slide 18 - Diapositive

Zintuigcellen oor
Lage tonen worden aan het einde van het basialir membraan geregistreerd door trilhaarcellen
en geven daar een impuls door.
Zo 'horen' je hersenen het 
verschil tussen hoge en lage 
tonen.

Slide 19 - Diapositive

Hoe 'horen' je hersenen ook alweer het verschil tussen harde en zachte tonen?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Gehoorschade
Als je oor te lang een hard geluid hoort slijten de trilhaartjes op de zintuigcellen. Deze schade kan niet meer hersteld worden.
Afhankelijk van op welke plek op het membraan de trilhaartjes beschadigd zijn vallen de hoge of juist de lage tonen weg.

Slide 22 - Diapositive

Op welke plek zijn de trilhaartjes beschadigd als de hoge tonen wegvallen?
A
Aan het begin van het basilair membraan
B
In het midden van het basilair membraan
C
Aan het einde van het basilair membraan
D
In de gehoorzenuw

Slide 23 - Quiz

Gehoorschade voorkomen
Oordopjes gebruiken als je bijvoorbeeld naar 
een concert gaat. De volumebegrenzer op je 
telefoon gebruiken om te voorkomen dat je 
de koptelefoon te hard zet.

20% van de jongeren heeft al gehoorschade! 
Doordat de blootstellingsduur is toegenomen.

Slide 24 - Diapositive

Bouw van het oog

Slide 25 - Diapositive

ooglens niet goed bol of plat maken.

vorm van je oogbol is niet goed

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
Bs 3: opdr 1, 3 en 7 t/m 9
Bs 8: opdr. 1 en 5

 

Slide 27 - Diapositive