Dictee B5W4L3

Opfrissen meewerkend voorwerp
B5W4L3
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Opfrissen meewerkend voorwerp
B5W4L3

Slide 1 - Diapositive

Uitleg meewerkend voorwerp

Slide 2 - Diapositive

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader voorgedragen.

Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 3 - Question ouverte

De zangeres zong een lied voor haar geliefde.

Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 4 - Question ouverte

Geeft de arts hem een recept?

Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 5 - Question ouverte

Ik leg het jullie nog één keer uit.

Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 6 - Question ouverte

Opfrissen woordsoorten
B5W4L3

Slide 7 - Diapositive

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.

Noem het voorzetsel.

Slide 8 - Question ouverte

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.

Noem de zelfstandige naamwoorden.

Slide 9 - Question ouverte

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.

Noem het telwoord.

Slide 10 - Question ouverte

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.

Noem het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 11 - Question ouverte

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.

Wat voor soort woord is 'Griekse'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.

Noem het voorzetsel.

Slide 13 - Question ouverte

Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.

Noem de zelfstandige naamwoorden.

Slide 14 - Question ouverte

Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.

Noem het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Question ouverte

Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.

Wat voor soort woord is 'zevende'?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Telwoord
D
Rangtelwoord

Slide 16 - Quiz

Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Noem het voorzetsel.

Slide 17 - Question ouverte

Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Noem de zelfstandige naamwoorden.

Slide 18 - Question ouverte

Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Noem het hulpwerkwoord.

Slide 19 - Question ouverte

Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Noem het voltooid deelwoord.

Slide 20 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem het voorzetsel.

Slide 21 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem de zelfstandige naamwoorden.

Slide 22 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem het hulpwerkwoord.

Slide 23 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem het voltooid deelwoord.

Slide 24 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Wat voor soort is het woord 'ik'?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Quiz

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem het bezittelijk voornaamwoord.

Slide 26 - Question ouverte

Ik heb dit in mijn geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is.

Noem het voegwoord.

Slide 27 - Question ouverte

Afname dictee
B5W4L3

Slide 28 - Diapositive

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Noem de persoonsvorm.

Slide 29 - Question ouverte

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Noem het werkwoordelijk gezegde.

Slide 30 - Question ouverte

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Noem het onderwerp.

Slide 31 - Question ouverte

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Welk zinsdeel is 'de giftige planten'?
A
Lijdend voorwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Bepaling van plaats
D
Bepaling van tijd

Slide 32 - Quiz

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 33 - Question ouverte

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

Noem de bepaling van plaats.

Slide 34 - Question ouverte

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

Noem de persoonsvorm.

Slide 35 - Question ouverte

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

Noem het werkwoordelijk gezegde.

Slide 36 - Question ouverte

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

Wat voor zinsdeel is 'ik'?
A
Lijdend voorwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Onderwerp
D
Bepaling van plaats

Slide 37 - Quiz

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

Noem het lijdend voorwerp.

Slide 38 - Question ouverte

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

Noem de bepaling van plaats.

Slide 39 - Question ouverte

Hoe vond je deze les op een schaal van 1 op 10?
1 = heel moeilijk, 10 = heel makkelijk
010

Slide 40 - Sondage