Staal groep 8 blok 5 week 4 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Staal groep 8 blok 5 week 4 les 3

Welkom!

Jullie gaan oefenen met zinsdelen en woordsoorten.

Daarna maken jullie een dictee. 

Vervolgens oefenen jullie nog één keer met het ontleden van de zinnen uit het dictee.

Op het eind zie je de oefeningen uit het werkboek.

Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?

Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?

De vorige twee weken hebben we het meewerkend voorwerp behandeld.

Dat vond je door de vraag te stellen:

Aan of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Voorbeeld:

De juf gaf haar een compliment.

gezegde: gaf

onderwerp: de juf    (Wie gaf?)

lijdend voorwerp: een compliment   (Wat gaf de juf?)

meewerkend voorwerp: haar   (Aan wie gaf de juf een compliment)

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is de persoonsvorm van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het werkwoordelijk gezegde van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het onderwerp van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het lijdend voorwerp van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het meewerkend voorwerp van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is de bepaling van tijd van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is de bepaling van plaats van de derde zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het telwoord in de eerste zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de eerste zin?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat is het rangtelwoord in een van deze zinnen?

In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden.
Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw.
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.

Wat voor soort woord is 'zuilengalerij' ?

Welk woord is een persoonlijk voornaamwoord?

1. mijn
2. mij
3. maar
4. met

Welk woord is een voegwoord?

1. mijn
2. mij
3. maar
4. met

Welk woord is een bezittelijk voornaamwoord?

1. mijn
2. mij
3. maar
4. met

het dictee
Klik op het speakertje.

het dictee
Klik op het speakertje.

het dictee
Klik op het speakertje.

het dictee
Klik op het speakertje.

het dictee
Klik op het speakertje.

het dictee
Klik op het speakertje.

Wat is de persoonsvorm?

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

1. liet
2. de meester
3. ons
4. de giftige planten

Wat is het onderwerp?

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

1. liet
2. de meester
3. ons
4. de giftige planten

Wat is het lijdend voorwerp?

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

1. liet
2. de meester
3. ons
4. de giftige planten

Wat is het meewerkend voorwerp?

In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.

1. liet
2. de meester
3. ons
4. de giftige planten

Wat is de persoonsvorm?

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

1. in een vacuümverpakking
2. de gedroogde blaadjes
3. heb
4. bewaard

Wat is het voltooid deelwoord?

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

1. in een vacuümverpakking
2. de gedroogde blaadjes
3. heb
4. bewaard

Wat is het lijdend voorwerp?

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

1. in een vacuümverpakking
2. de gedroogde blaadjes
3. heb
4. bewaard

Wat is de bepaling van plaats?

Op zijn advies heb ik de gedroogde blaadjes in een vacuümverpakking bewaard.

1. in een vacuümverpakking
2. de gedroogde blaadjes
3. heb
4. bewaard

Dit was de les!

Succes met het maken van alle opdrachten.

Vergeet de lessen op Gynzy niet.