AF thema 8 bewegingsstelsel

Anatomie en fysiologie
Thema 8
Hoofdstuk 9
Bewegingsstelsel
paragraaf: 9.1 tot en met 9.4
Blz. 156 t/m 161

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
afpMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Anatomie en fysiologie
Thema 8
Hoofdstuk 9
Bewegingsstelsel
paragraaf: 9.1 tot en met 9.4
Blz. 156 t/m 161

Slide 1 - Diapositive

Inhoud les
  • Terugblik vorige les
  • 9.1 inleiding
  • 9.2 skelet
  • 9.3 botten
  • 9.4 botverbindingen
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les ben je in staat om;
- de functies en onderdelen van het skelet te benoemen,
- verschillende soorten botten te benoemen en de functies ervan,
- te kunnen verwoorden wat botverbindingen zijn en daar voorbeelden bij noemen.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les
Bespreken van de gemaakte vragen in Thieme (voor de vakantie) 
Zijn er nog vragen ?

Slide 4 - Diapositive

Een voorbeeld van glad spierweefsel is de slokdarm die het voedsel naar de maag transporteert
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Spiercellen met langgerekte cellen met draden die kunnen samentrekken: dit noem je
A
spiervezels
B
osteoblasten
C
osteoclasten
D
substantia compacta

Slide 6 - Quiz

Een voorbeeld van gebruik van het dwarsgestreepte spierweefsel is: het maken van een salto
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

9.1 Inleiding
- We bewegen de hele dag
- Ook als je stil zit; kloppend hart, ademen, knipperen, enz.

Alle bewegende delen samen = bewegingsstelsel

Slide 8 - Diapositive

Waar denk jij aan bij het woord bewegingsstelsel?

Slide 9 - Carte mentale

9.2 Skelet
Al je botten samen = je skelet
- Volwassen mens heeft  206 botten
- Een baby 350 botten




Slide 10 - Diapositive

Functie skelet 
- Stevigheid en vorm
- Beschermt belangrijke organen
- Maak beweging mogelijk
- Zorgt voor aanmaak van bloedcellen

Slide 11 - Diapositive

Hoe kan het dat ouderen sneller een bot breken dan jongeren?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Lien

Hoeveel botten heeft een volwassen persoon?
A
205
B
206
C
207
D
208

Slide 14 - Quiz

En een baby?
A
349
B
350
C
360
D
355

Slide 15 - Quiz

Hoe kan het dat een baby meer botten heeft dan een volwassene ?
A
Baby's hebben meer kalk
B
Omdat een baby flexibeler is
C
Kinderen/volwassenen breken botten vaker
D
Groeien in de loop der jaren aan elkaar vast

Slide 16 - Quiz

Het skelet 

Slide 17 - Diapositive

9.3 Botten

Botten geven stevigheid aan je lichaam.
Bot is levend weefsel
Kan aangroeien, maar ook afsterven


Slide 18 - Diapositive

9.3 Botten
Opbouw:
Botvlies (periost) = vlies dat om de buitenzijde van het bot zit 
Inhoud botvlies:
Zenuwen, bloedvaten en lymfevaten
- Zenuwen in botvlies zorgen  voor gevoel
- Bloedvaten zorgen voor aanvoer voedings-
stoffen naar de botten
- Lymfevaten vervoeren lymfe

Slide 19 - Diapositive

9.3 Botten
Onder het botvlies ligt het botweefsel
2 lagen:
- Compact: erg hard, buitenste laag
- Sponsachtig: binnenste laag, met holtes

Botweefsel bestaat uit kalkzouten en collagene vezels

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

9.3 Botten
Collagene vezels zijn buigzaam, elastisch.
Baby's meer collagene vezels en ouderen minder.

Aanmaak en afbraak
- Resorptie: aanmaak en afbraak van botten

3 belangrijke cellen die de botopbouw regelen
1. botcellen, osteocyten --> meten de druk van het bot
2. botvormende cellen, osteoblasten --> aanmaak van botweefsel
3. botafbrekende cellen, osteoclasten --> breken het bot weer af


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

9.3 Soorten botten
5 verschillende soorten
- pijpbeenderen: slanke botten met schacht en 2 uiteinden bv bovenbeen
- korte beenderen: lijkt een beetje op een kubus, dun laag compact bot bv handwortelbeentjes
- platte beenderen: plat uiterlijk, compact bot, geven bescherming bv schouderblad
- onregelmatige beenderen: onregelmatig. Bv de wervels
- sesambeenderen: botten in een pees, ontstaan door druk of wrijving bv knieschijf

Slide 24 - Diapositive

9.4 Botverbindingen
Botten zijn vaak met 1 of meerdere botten verbonden.
Sommige verbindingen beweeglijk, anderen niet.

Verbonden door:
- kraakbeen --> bv. tussen de ribben en borstbeen
- gewricht --> bv. knie
- naad --> bv. schedelbeenderen

Slide 25 - Diapositive

9.4 Botverbindingen
Gewrichten:
Beweegbare verbinding tussen twee of meer botdelen.
- gewrichtsuiteinden zijn bedekt met kraakbeen
- gewricht blijft stevig tegen elkaar aan door het gewrichtskapsel
- binnenvlies = gewrichtssmeer
- rond je gewrichten slijmbeurzen 

Slide 26 - Diapositive

9.4 Botverbindingen

Slide 27 - Diapositive

5 soorten gewrichten:
1. kogelgewricht
in  3 richtingen bewegen, bv schouder en heup
2. eigewricht 
kan om 2 assen bewegen, bv je pols buigen, strekken en klein beetje zijwaarts
3. zadelgewricht
kan om 2 assen bewegen, voor/achter en links/rechts bv je duim
4. scharniergewricht
alleen maar buigen en strekken, bv je elleboog. om 1 as bewegen
5. rolgewricht
om 1 as bewegen. 2 botdelen rollen over elkaar heen. bv ellepijn en spaakbeen

Slide 28 - Diapositive

Welk gewricht is welk nummer?

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk

Thema 8.9: Bewegingsstelsel
Verwerkingsopdrachten 1-20


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive