1 vmbo-bk thema 5.6 Waarnemen en regelen: Je hormoonstelsel

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

5.6 Je hormoonstelsel

wat gaan we vandaag doen?

herhalen 5.5 Je huid

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 5.6 Je hormoonstelsel

zelf aan de slag

herhalen leerdoelen

Je zintuigen vangen prikkels op.
Maar wat zijn prikkels?

Ademhaling door de neus is beter dan door de mond. Welke reden klopt niet?

1. Door de neus kan ik ruiken of de lucht goed is.
2. Door de neus worden stofdeeltjes opgevangen in het slijmvlies
3. Door de neus kan de lucht beter verwarmt worden.
4. Door de neus kan de lucht sneller in de longen komen.

Wat zie je hier?

1. Reukzintuigcellen
2. Netvlies
3. Smaakknopjes in de tong
4. Zenuwen

hoe heet het zwarte rondje in de iris?

Hoe komen puistjes op je huid?

Onderdelen van de huid

Kiemlaag

Lederhuid

Talgklier

Spiertje

Zweetklier

Drukzintuig

Je ziet een plaatje van de huid.
Hoe heet deel 3?

1. Bloedvat
2. Talgklier
3. Zenuw
4. Zweetklier

Je ziet een plaatje van de huid.
Met welk nummer is de hoornlaag aangegeven?

1. nummer 4
2. nummer 5
3. nummer 7
4. nummer 8

De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.

1. Juist
2. Onjuist

De hoornlaag bestaat uit dode cellen.
Deze cellen zijn ontstaan in de lederhuid.

1. Juist
2. Onjuist

Henk neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?

1. In de hoornlaag
2. In de kiemlaag
3. In de lederhuid
4. In het onderhuidse bindweefsel

leerdoelen vandaag (5.6)

Aan het einde van de les:

- kan je de bouw en functies van het hormoonstelsel beschrijven

- kan je in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen

5.6 Je hormoonstelsel

klier = een orgaan dat bepaalde stoffen maakt, bijv. speekselklieren, talgklieren

hormoonklier = een orgaan dat hormonen maakt

hormoonstelsel = alle hormoonklieren samen

Vaak werken het zenuwstelsel en het hormoonstelsel samen.

Veranderingen door hormonen

Hormonen zijn regelstoffen in je lichaam; ze worden gemaakt door hormoonklieren.

Hormonen komen via het bloed in alle organen.

Bepaalde organen reageren op een hormoon in het bloed.

5.6 Je hormoonstelsel

hormonen:

- werken langzaam

- hebben invloed op groei, ontwikkeling en voortplanting

De belangrijkste hormoonklieren (volgende slide) moet je kunnen benoemen!

5.6 Je hormoonstelsel

de hypofyse maakt groeihormoon:

- regelt de groei van het lichaam

Hypofyse

1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
   
2. Het maakt o.a. het groeihormoon
   
3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)
   

Als de hypofyse teveel groeihormoon maakt, word je heel lang.

Als de hypofyse te weinig groeihormoon maakt, blijf je heel klein.

Adrenaline

Adrenaline (vluchthormoon) wordt gemaakt in de bijnieren.

Adrenaline komt vrij als je bang of boos bent. Het zorgt ervoor dat je bloedsuiker stijgt. Die suiker heb je nodig voor spierwerking (verbranding).

5.6 Je hormoonstelsel

de bijnieren maken adrenaline:

- 'vluchthormoon'

- zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen

- maakt het lichaam klaar om te vluchten of te vechten

VRAGEN??

zelf aan de slag

5.6 Je hormoonstelsel: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 36, 37 en 38

leerdoelen vandaag (5.6)

Aan het einde van de les:

- kan je de bouw en functies van het hormoonstelsel beschrijven

- kan je in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen