Herhaling Blok 3 leerjaar 2 TL

Herhaling Blok 3
Leerjaar 2 TL

Doel:
Na deze les hebben we alle leerstof van Blok 3 herhaald
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Blok 3
Leerjaar 2 TL

Doel:
Na deze les hebben we alle leerstof van Blok 3 herhaald

Slide 1 - Diapositive

Fictie

Slide 2 - Diapositive

Hoofdpersoon
Bijfiguur
Je leert deze persoon goed kennen
Je kijkt mee door de ogen van deze persoon
Deze persoon heeft vaak maar 1 eigenschap
Deze persoon wordt niet zo uitgebreid beschreven

Slide 3 - Question de remorquage

Als je een persoon gaat beschrijven let je op de volgende dingen:
  • Uiterlijk 
  • Karaktereigenschappen
  • Belangrijke kenmerken
  • Relaties die de persoon heeft met anderen in het verhaal

Slide 4 - Diapositive

Karaktereigenschappen

Slide 5 - Carte mentale

Grammatica

Slide 6 - Diapositive

Zinsontleding
Pv: vraagzin, 1e ww
Wwg: PV + 2e ww
Ond: Wie + wwg
Lv: Wat + wwg + ond
Mv: aan wie of voor wie? 
Bwb: waarom, waar, hoe laat, enz. (alles wat overblijft)

Slide 7 - Diapositive

Benoem de pv, wwg, ond, lv, mv en Bob van de volgende zin:
Mijn moeder kleedde vanmorgen mijn zusje warm aan.

Slide 8 - Question ouverte

Bijstelling
Geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel. Staat altijd tussen komma's of na een komma. Noemt de zaak of persoon nog een keer. 

Persingen, het kleinste dorp van Nederland, ligt in Groningen.

Slide 9 - Diapositive

Woordsoorten

Slide 10 - Diapositive

de
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww

Slide 11 - Quiz

Uitvinding
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww

Slide 12 - Quiz

Antwerpen
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww

Slide 13 - Quiz

Van
A
znw
B
bvn
C
ww
D
vz

Slide 14 - Quiz

heeft
A
znw
B
bvn
C
ww
D
lw

Slide 15 - Quiz

mooie
A
znw
B
bvn
C
lw
D
vz

Slide 16 - Quiz

Spelling

Slide 17 - Diapositive

Regels voor meervoud
  • a, i, o, u en y:  opa - opa's
  • -ee wordt -ën: idee - ideeën 
  • -eren: kind - kinderen
  • s wordt z: huis - huizen
  • f wordt v: erf - erven

Slide 18 - Diapositive

Over taal
Bekijk alle gele stukjes bij de paragraaf Over Taal. Lees dit goed want je hebt het nodig voor de volgende opdracht. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is het belangrijkste in deze paragraaf

Slide 20 - Carte mentale

Lezen
Infographic

Slide 21 - Diapositive

Informeren
Uitleggen
nieuwsbericht
werkstuk
Folder
Recept
Gebruiksaanwijzing

Slide 22 - Question de remorquage

Huiswerk
Maak online de zelftoets van Blok 3, let op hier krijg je een cijfer voor!

Slide 23 - Diapositive