Tekstverbanden en signaalwoorden 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2,3

Nederlands

Nederlands

LAATSTE LES VÓÓR DE TOETSWEEK!

Verbanden en signaalwoorden

Doelen van de les:
- je kunt signaalwoorden herkennen
- je kunt zins- en alineaverbanden herkennen
(door de signaalwoorden op te sporen)

0

Zowel basis als kader maken Lezen blok 4 de opdrachten 1 t/m 5

We gaan nu oefenen. 

Leerstof:
Chronologisch, tegenstellend en opsommend tekstverband!

Oefenen

We gaan nu oefenen. 

Oefenen

We starten met een zestal vragen over zinsverbanden.
Daarna kijken we nog kort naar alineaverbanden in een tekst.

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?

Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.

opsomming

tegenstelling

tijdsvolgorde

echter

maar

ook

nadat

daarnaast

terwijl

Ten eerste wil ik zeggen dat ik kan, ten tweede dat ik zin heb en dat ik mag.

1. tegenstellend
2. chronologisch
3. opsommend
4. toelichtend

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.

1. opsommend tekstverband
2. chronologisch (tijdsvolgorde)
3. tegenstellend tekstverband
4. doel/middel verband

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.

1. vergelijkend
2. chronologisch
3. tegenstellend
4. opsommend

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

1. chronologisch (tijdsvolgorde)
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstellend
4. opsommend

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan langlaufen.

1. oorzaak/gevolg
2. chronologisch (tijdsvolgorde)
3. tegenstellend
4. opsommend