Present simple VS Present continuous

Present simple VS Present continuous

Present simple

gebruik je bij:

• feiten ( it is very cold)
• regelmaat ( I never do my homework)

( I walk to school every day)

(he/she/it = ww + s (walks/plays))

Present simple

Wat zijn de signaalwoorden van de present simple?

Signaalwoorden voor Present simple

Signaalwoorden - helpen de Present Simple in een zin te herkennen. 

De meest gebruikte signaalwoorden voor Present simple zijn >>>>>>>>

Always

Often 

Sometimes

Usually

Never

Ever 

Saturday/tuesday

vb: 

Ann never plays soccer.

Present Continuos

gebruik je :

• als iets NU gebeurt (I'm eating a sandwich)

(I am walking to school now)

(am/is/are+ww-ing)

Present Continuous 

Wat zijn de signaalwoorden van de present continuous?

Signaalwoorden voor Present Continuous

Signaalwoorden - helpen de Present Continuous in een zin te herkennen. 

De meest gebruikte signaalwoorden voor Present Continuous zijn >>>>>>>>

Now

right now

at the moment 

Look!!

Listen!!

today ..

Present Simple

Present Continuous

Often        Sometimes

Usually     Every (Saturday)

Never        On weekends

Always      Rarely

(Right) now

Today

At the moment

Look! Listen! Ssh!

Signaalwoorden:

Signaalwoorden:

Stappenplan

Present Simple vs. Present Continuous

1. Welke signaalwoorden staan in de zin?
2. Present Simple of Present Continuous? 
3. Present Simple = Is het SHIT of niet?        
   Present Continuous = am/is/are?                

She plays the piano every day

1. Present Simple
2. Present Continuous

Listen! The birds ___ out loud!

1. laugh
2. laughing
3. are laughing

I ___ a book at the moment.

1. read
2. am reading

I ___ TV every day.

1. watch
2. am watching

My little brother never ___ his room.

1. cleans
2. is cleaning

I ___ for the bus.
I ___ it every Friday.

1. wait / take
2. am waiting / am taking
3. am waiting / take
4. wait / am taking

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Wat nu?

Test jezelf

versterk jezelf    of     woordtrainer unit 4