Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Temperatuurverschillen op aarde
Slide 1 - Diapositive
Welke plek ligt dichter bij de evenaar?
Slide 2 - Diapositive
Manaus, Brazilië
Pijnacker,Nederland
Slide 3 - Diapositive
Temperatuur
De aarde is leefbaar (gelukkig maar!)
Dat komt door: de zon en de atmosfeer
Slide 4 - Diapositive
De stand van de zon verschilt met de breedteligging
Slide 5 - Diapositive
De stand van de zon
De stand van de zon verschilt met de breedteligging
Zonnestralen vallen op elke breedte onder een andere hoek in, dat is de invalshoek van de zon
's nachts koelt het af!
Slide 6 - Diapositive
Kortgolvige straling
Langgolvige straling
De atmosfeer wordt indirect verwarmd door de zon
Slide 7 - Diapositive
Zonnestralen afkomstig van de zon gaan dwars door de atmosfeer > kortgolvige straling
De verwarmde grond straalt vervolgens langgolvige stralinguit. Niet te zien met het oog!
Slide 8 - Diapositive
De temperatuur neemt af met hoogte, gemiddeld 6 graden per kilometer
De atmosfeer wordt van onderaf opgewarmd
De temperatuur neemt af met de hoogte, gemiddeld met zo'n 6 graden per kilometer
Slide 9 - Diapositive
Seizoenen
Slide 10 - Diapositive
pooldag/
poolnacht
Slide 11 - Diapositive
In de lente en de herfst is er geen pooldag of poolnacht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen tegenovergesteld van het noordelijk halfrond
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Het rondje om de aardas van 24 uur zorgt voor seizoenen
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Hoelang duurt een seizoen?
A
3 maanden
B
3 weken
C
6 maanden
D
per jaar verschillend
Slide 15 - Quiz
Alle landen in de wereld kennen 4 seizoenen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Welke hoort bij welke?
23,5° NB
23,5° ZB
Slide 18 - Question de remorquage
Welk antwoorden zijn juist? (2 goed)
A
Als de aarde recht stond dan zouden er geen seizoenen zijn
B
Doordat de aarde draait om de zon is er dag en nacht
C
De zon schijnt altijd recht op de evenaar
D
De aarde draait in 24 uur om zijn as
Slide 19 - Quiz
Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september
Slide 20 - Question de remorquage
Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
Slide 21 - Question de remorquage
Welke hoort bij welke?
(Zuidelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september
Slide 22 - Question de remorquage
Kijk naar het plaatje. Welk seizoen is het in Nederland?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst
Slide 23 - Quiz
Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt
Slide 24 - Quiz
Op de evenaar zijn er seizoenen
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
De aarde draait om zijn as. Daardoor...
A
ontstaan seizoenen
B
ontstaat dag en nacht
Slide 27 - Quiz
Welk seizoen is het in Nederland als de zon gericht staat op het noordelijk halfrond?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst
Slide 28 - Quiz
Seizoenen ontstaan door de draaiing van de zon.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
Op welke plek op aarde komen geen seizoenen voor?
A
Rond de evenaar
B
Rond de Noord-/Zuidpool
C
Rond de gematigde breedte
Slide 30 - Quiz
Wat voor seizoen hebben ze in Australië als het 21 juni is?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter
Slide 31 - Quiz
Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht?
Pooldag
Poolnacht
Slide 32 - Question de remorquage
Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht?
Pooldag
Poolnacht
Slide 33 - Question de remorquage
Zomer in NL
Op 21 juni schijnt de zon loodrecht op 23,5°N.B.
Het noordelijk halfrond staat dus naar de zon toe gericht, waardoor dit halfrond meer loodrechte zonnestralen krijgt. Het is dus warmer op het noordelijk halfrond, dus zomer.
Slide 34 - Diapositive
Winter in NL
Op 21 december schijnt de zon loodrecht op 23,5°Z.B.
Het noordelijkhalfrond staat dus van de zon af gericht, waardoor dit halfrond schuinere zonnestralen krijgt. Het is dus kouder op het noordelijk halfrond, dus winter.
Slide 35 - Diapositive
Welk halfrond staat nu naar de zon gericht?
A
noordelijk halfrond
B
zuidelijk halfrond
Slide 36 - Quiz
Als het in Nederland zomer is, welk halfrond staat dan naar de zon gericht?
A
noordelijk halfrond
B
zuidelijk halfrond
Slide 37 - Quiz
Welk seizoen is het in Nederland als de zon op 23,5 graad zuiderbreedte schijnt?