3.2 (2e) en 3.3 temperatuurverschillen op aarde

Temperatuurverschillen op aarde
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Diapositive

Welke plek ligt dichter bij de evenaar?

Slide 2 - Diapositive

Manaus, Brazilië
Pijnacker,Nederland

Slide 3 - Diapositive

Temperatuur
  • De aarde is leefbaar (gelukkig maar!)

  • Dat komt door: de zon en de atmosfeer

Slide 4 - Diapositive

De stand van de zon verschilt met de breedteligging

Slide 5 - Diapositive

De stand van de zon
De stand van de zon verschilt met de breedteligging

Zonnestralen vallen op elke breedte onder een andere hoek in, dat is de
invalshoek van de zon

's nachts koelt het af!

Slide 6 - Diapositive

Kortgolvige straling
Langgolvige  straling
De atmosfeer wordt indirect verwarmd door de zon 

Slide 7 - Diapositive

Zonnestralen afkomstig van de zon gaan dwars door de atmosfeer > kortgolvige straling 

De verwarmde grond straalt vervolgens langgolvige straling uit. Niet te zien met het oog!

Slide 8 - Diapositive

De temperatuur neemt af met hoogte, gemiddeld 6 graden per kilometer
De atmosfeer wordt van onderaf opgewarmd
De temperatuur neemt af met de hoogte, gemiddeld met zo'n 6 graden per kilometer

Slide 9 - Diapositive

Seizoenen

Slide 10 - Diapositive

pooldag/
poolnacht

Slide 11 - Diapositive

In de lente en de herfst is er geen pooldag of poolnacht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen tegenovergesteld van het noordelijk halfrond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Het rondje om de aardas van 24 uur zorgt voor seizoenen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Hoelang duurt een seizoen?
A
3 maanden
B
3 weken
C
6 maanden
D
per jaar verschillend

Slide 15 - Quiz

Alle landen in de wereld kennen 4 seizoenen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Welke hoort bij welke?
23,5° NB
23,5° ZB

Slide 18 - Question de remorquage

Welk antwoorden zijn juist?
(2 goed)
A
Als de aarde recht stond dan zouden er geen seizoenen zijn
B
Doordat de aarde draait om de zon is er dag en nacht
C
De zon schijnt altijd recht op de evenaar
D
De aarde draait in 24 uur om zijn as

Slide 19 - Quiz

Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september

Slide 20 - Question de remorquage

Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer

Slide 21 - Question de remorquage

Welke hoort bij welke?
(Zuidelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september

Slide 22 - Question de remorquage

Kijk naar het plaatje.
Welk seizoen is het in Nederland?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 23 - Quiz


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 24 - Quiz

Op de evenaar zijn er seizoenen
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

De aarde draait om zijn as. Daardoor...
A
ontstaan seizoenen
B
ontstaat dag en nacht

Slide 27 - Quiz

Welk seizoen is het in Nederland als de zon gericht staat op het noordelijk halfrond?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst

Slide 28 - Quiz

Seizoenen ontstaan door de draaiing van de zon.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Op welke plek op aarde komen geen seizoenen voor?
A
Rond de evenaar
B
Rond de Noord-/Zuidpool
C
Rond de gematigde breedte

Slide 30 - Quiz

Wat voor seizoen hebben ze in Australië als het 21 juni is?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 31 - Quiz

Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht? 

Pooldag
Poolnacht

Slide 32 - Question de remorquage

Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht? 

Pooldag
Poolnacht

Slide 33 - Question de remorquage

Zomer in NL
Op 21 juni schijnt de zon loodrecht op 23,5°N.B.
Het noordelijk halfrond staat dus naar de zon toe gericht, waardoor dit halfrond meer loodrechte zonnestralen krijgt. Het is dus warmer op het noordelijk halfrond, dus zomer.

Slide 34 - Diapositive

Winter in NL
Op 21 december schijnt de zon loodrecht op 23,5°Z.B.
Het noordelijkhalfrond staat dus van de zon af gericht, waardoor dit halfrond schuinere zonnestralen krijgt. Het is dus kouder op het noordelijk halfrond, dus winter.

Slide 35 - Diapositive

Welk halfrond staat
nu naar de zon gericht?
A
noordelijk halfrond
B
zuidelijk halfrond

Slide 36 - Quiz

Als het in Nederland zomer is, welk halfrond staat dan naar de zon gericht?
A
noordelijk halfrond
B
zuidelijk halfrond

Slide 37 - Quiz

Welk seizoen is het in Nederland als de zon op 23,5 graad zuiderbreedte schijnt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 38 - Quiz

werktijd
Lees paragraaf 3.3
timer
12:00

Slide 39 - Diapositive