Het verschil tussen zomer en winter
De aarde staat schuin
A
Waar
B
Niet waar
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
De aarde staat schuin
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
De aarde draait om de zon,
met de klok mee
met de klok mee
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Welke hoort bij welke?
23,5° NB
23,5° ZB
Slide 3 - Question de remorquage
Hoe heten deze lijnen?
Slide 4 - Question ouverte
Welk antwoorden zijn juist?
(2 goed)
(2 goed)
A
Als de aarde recht stond dan zouden er geen seizoenen zijn
B
Doordat de aarde draait om de zon is er dag en nacht
C
De zon schijnt altijd recht op de evenaar
D
De aarde draait in 24 uur om zijn as
Slide 5 - Quiz
Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september
Slide 6 - Question de remorquage
Welke hoort bij welke?
(Noordelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
Slide 7 - Question de remorquage
Welke hoort bij welke?
(Zuidelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
21 december
21 maart
21 juni
21 september
Slide 8 - Question de remorquage
Welke hoort bij welke?
(Zuidelijk halfrond)
Herfst
Lente
Winter
Zomer
Slide 9 - Question de remorquage
In de lente en de herfst is er geen pooldag of poolnacht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht?
Pooldag
Poolnacht
Slide 11 - Question de remorquage
Bekijk het plaatje.
Waar is het pooldag en waar poolnacht?
Pooldag
Poolnacht
