Bewegingen vastleggen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Vandaag: 

Nieuw hoofdstuk: bewegen

Uitleg over bewegingen vastleggen (bladzijde 8)

Opdrachten maken paragraaf 5.1 

Nieuw hoofdstuk: Bewegen

Onderwerpen die aan bod komen:

Hoe kan je bewegingen vastleggen?

Hoe kun je snelheid berekenen?

Hoe kun je versnellingen en vertragingen vastleggen?

Wat gebeurd er als je opeens moet remmen?

Veel wiskunde: Veel rekenen en veel grafieken

Deze les

We gaan leren:

Op welke manieren je bewegingen vast kunt leggen.

Hoe een video werkt.

Wat een stroboscopische foto is en hoe je deze kunt maken.

Wat een afstand - tijdtabel is en hoe je deze kunt maken. 

Stroboscopische foto

Een stroboscopische foto

Een andere manier om bewegingen vast te leggen is door een stroboscopische foto. Dit is handig, omdat je bewegingen kan laten zien zonder een bewegend beeld. Tijdens het maken van een stroboscopische foto staat de sluiter van een camera de hele tijd open, en is het enige licht in de ruimte een stroboscopische lamp. De lamp gaat de hele tijd aan en uit, en als het licht opnieuw aangaat, is het object dat je fotografeert op een andere plek dan dat hij eerst was. Dit neemt de camera vervolgens weer waar. 

Een foto met open sluiter zonder stroboscoop

Video's

Een video ontstaat doordat een scherm heel veel ''foto's'' achter elkaar laat zien. Hoe meer beelden dit zijn, hoe vloeiender het beeld is. Dit word uitgedrukt in frames per seconde. 

Bijvoorbeeld: een video van 60 fps ververst elke 1/60 = 0.016 seconde het beeld.  

Afstand - tijdtabel/grafiek 

Als je bewegingen van iemand wilt analyseren, kun je deze het best verwerken in een afstand - tijdtabel. Hiervoor moet je om de zoveel tijd meten hoeveel afstand iemand heeft afgelegd. Deze gegevens kun je vervolgens in een grafiek zetten. 

Dit word vaak gebruikt in de sport, om te zien waar iemand heel snel gaat, en waar iemand zijn snelheid nog kan verbeteren. 

Afstand tijdtabel

Afstand-tijd grafiek en tabel 

Opdrachten

Huiswerk voor volgende les: Opdrachten paragraaf 5.1 af.

Opdrachten moet je in je werkboek maken.

Ben je eerder klaar? Test jezelf maken in de digitale methode. 

Bij hoeveel frames per seconde heb je het meest vloeiende beeld?

1. 15 fps
2. 30 fps
3. 60 fps
4. 120 fps

Op welke manieren kun je bewegingen vastleggen?

Bij hoeveel seconde is de snelheid het laagst?

Bij hoeveel seconde heeft iemand de topsnelheid bereikt?