Economie 4VWO 2e periode (Pepijn)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Goedemorgen 4V!

Vandaag

-Bespreken 2.5

-Uitleg 2.1 (consumentensurplus)

-Opgave 2.6  maken

-Takeaways

Bespreken opgave 2.5

Consumentensurplus

- De prijsvraaglijn geeft de betalingsbereidheid van een product/dienst weer.

- Consumentensurplus = Verschil tussen betalingsbereidheid vaneen product/dienst en de daadwerkelijke prijs die betaald moet worden voor dat product/dienst.

Berekenen en bepalen van het consumentensurplus

Maken opgave 2.6

Takeaways

• Consumentensurplus
• Consumentensurplus tekenen en berekenen
• Huiswerk opgave 2.7

Goedemorgen 4V!

Vandaag

• Huiswerk bespreken
• Uitleg 2.2 vraagbepalende factoren + maken opdracht 2.8
• Uitleg verschuiving VAN en Langs prijsvraaglijn
• Groepsopdracht maken en bespreken

Huiswerk opgave 2.7

• Qv= -7,5p+150
• Qv=-7,5*0+150
• Qv=150, bij p=0'

• Qv=-7,5p+150
• 0=-7,5p+150
• 7,5p=150
• P=20, bij Qv=0

Welk land is welvarender?

1. Grafiek links
2. Grafiek rechts
3. Even welvarend
4. Kan je niet zeggen aan de hand van de grafiek

Hst 2.2 Vraagbepalende factoren

1. Besteedbaar inkomen
2. Voorkeuren 
3. Prijzen van andere producten
4. Aantal vragers
5. Verwachtingen 

Verandering in de bovenstaande factoren betekent dus dat er een verandering plaatsvindt in de betalingsbereidheid van een consument. Hierdoor zal de prijsvraaglijn ook verschuiven

Ongeacht het inkomen van mensen verkiest een groot deel een camping boven een all-in hotel. Hier wordt de vraag bepaald op basis van....

1. besteedbaar inkomen
2. prijzen van andere producten
3. verwachtingen
4. voorkeuren

Op een terrasje in Frankrijk zit Jantje in het zonnetje. Jantje verkiest in Frankrijk altijd Orangina boven Sinas. Hier wordt de vraag bepaald door....

1. prijzen van andere (substitutie) producten
2. voorkeuren
3. besteedbaar inkomen
4. verwachtingen

Maak opgave 2.8

Verschuiving van en langs de vraaglijn

VAN de vraaglijn

-Een vraagbepalende factor veranderd.

--> Terwijl Prijs het zelfde blijft, stijgt/daalt de gevraagde hoeveelheid.

LANGS de vraaglijn

-Prijs neemt toe/af.

--> Gevraagde hoeveelheid daalt/stijgt

Van de vraaglijn

Langs de vraaglijn

Substitutie & complementaire goederen

Opdracht: Een gaat, de rest blijft

• In je groepje ga je onderzoeken wat er gebeurd met de prijsvraaglijn als:

 1. De prijs van een complementair goed stijgt/daalt

2. De prijs van een substitutiegoed stijgt/ daal

Hier ga je op de volgende manier antwoord op geven:

• Kies een product met een bijpassend complementair / substitutiegoed
• Teken in een grafiek de prijsvraaglijn van dit product
• Schets vervolgens voor het complementaire / substitutie goed wat er gebeurd met de prijsvraaglijn als de prijs van het het product stijgt en als het daalt.
• Beschrijf wat er gebeurd en vooral ook waarom dat gebeurd

Takeaways

• Consumentensurplus expert
• Vraagbepalende factoren
• verschuiving van en langs de vraaglijn 
• Huiswerk 2.13

Goedemiddag 4V!

Vandaag

-Korte herhaling vorige week

-Uitleg 2.3 prijselasticiteit 

- Opgave 2.15

-Takeaways

Als de prijs van een cola afneemt, zal de vraag naar cola....

1. Toenemen, verschuiving langs de vraaglijn
2. Toenemen, verschuiving van de vraaglijn
3. Afnemen, verschuiving van de vraaglijn
4. Afnemen, verschuiving langs de vraaglijn

Cola en fanta zijn ......... goederen. Dat betekent dat als de prijs van Fanta toeneemt, er een verschuiving...... de prijsvraaglijn van cola naar......... plaatsvindt

complementaire

Substitutie

Van

Langs

onder

boven

links

rechts

Goedemiddag 4V

Vandaag 

-opgaves afmaken prijselasticiteit (+-30min)

-uitleg kruislingse en inkomenselasticiteit

Opgaves afmaken prijselasticiteit

Kruislingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid

• kruislingse prijselasticiteit geeft aan wat er met de vraag gebeurd van bijv. een complementair/substitutie goed als er een prijsverandering plaatsvindt van het "originele" product
• formule: Ek = %verandering gevraagde hoeveelheid product A
  %verandering prijs product B
• Ek>0 --> substitutiegoederen (prijs laptops stijgt, vraag tablets stijgt)
• Ek<0 --> complementaire goederen (prijs laptops stijgt, vraag muis daalt)

Denk aan verschuiving van de vraaglijn van complementaire/substitutiegoederen bij een prijsverandering

Afgelopen maand is de prijs van een laptop met 15% toegenomen, de kruislingse prijselasticiteit Ek=-0.4. Wat is er met de vraag van de muis gebeurd?

1. +37.5
2. +6
3. -6
4. -37.5

Inkomenselasticiteit van de vraag

• inkomenselasticiteit geeft het verband aan tussen de %verandering van het inkomen en de %verandering van gevraagde hoeveelheid. 
• formule: Ey = %verandering van de gevraagde hoeveelheid
  %verandering van het inkomen

geeft aan in welke mate de consument reageert op inkomensverandering.

4 soorten producten

• Noodzakelijke (primaire) producten
  -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief zwak toenemen
• Inferieure producten:
  -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief sterk afnemen
• Luxeproducten:
  -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief sterk toenemen
• inkomensonafhankelijke producten
  -Hier gebeurd er niets met de vraag als inkomen verandert 

Wij gaan pas op skivakantie bij een inkomen van € 3.000,- per maand

Het maakt niet hoeveel ik verdien, ik gebruik evenveel paracetamol

Wij gaan minder bruine bonen eten als ons inkomen met € 500,- stijgt

In verhouding ga ik niet veel meer koffie drinken als ik € 500,- meer ga verdienen

Inkomens-onafhankelijk

Luxe

Noodzakelijk

Inferieur

Goedemorgen 4V!

Vandaag

-huiswerk bespreken (opgave 2.27)

-korte herhaling vorige gister

-oefenopgaves maken voor tentamen

opgave 2.27

Als de kruislingse prijselasticiteit groter dan 0 is (Ek>0) dan....

1. Stijgt de prijs van pannenkoeken, en daalt de vraag naar poedersuiker
2. Daalt de prijs van pannenkoeken, daalt de vraag naar poedersuiker
3. Stijgt de prijs van pannenkoeken, stijgt de vraag naar poffertjes
4. Daalt de prijs van pannenkoeken, daalt de vraag naar poffertjes

Zodra het besteedbaar inkomen toeneemt zal er bij deze productcategorie een relatief sterke afname in de vraag zijn

1. Normale producten
2. Inkomensonafhankelijke producten
3. Luxe producten
4. Inferieure producten

Maken opgave 2.30

Maken opgave 2.33