les 4

Deze les
Weet je hoe je een voorkeur aangeeft.
Weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Gebruik je het bijvoeglijk naamwoord in een tekst die je schrijft.
Krijg je een lijst met vakwoorden en een opdracht.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Deze les
Weet je hoe je een voorkeur aangeeft.
Weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Gebruik je het bijvoeglijk naamwoord in een tekst die je schrijft.
Krijg je een lijst met vakwoorden en een opdracht.

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk controle
Vergelijk de antwoorden met jouw antwoorden.
Bespreek met degene die naast je zit als je een antwoord niet begrijpt.

Slide 2 - Diapositive

Spreken
Voorkeur aangeven

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

het bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

even oefenen...
Je ziet steeds een foto.
Daarbij lees je een zelfstandig naamwoord en een bijvoegljk naamwoord.
Schrijf een zin met het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

wat is goed?
A
Ze heeft een moderne kapsel.
B
Ze heeft een kapsel moderne
C
Ze heeft een kapsel modern
D
Ze heeft een modern kapsel.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Is het bijvoeglijk naamwoord goed gebruikt?
A
De auto is kapot
B
De kapotte auto is in de garage.
C
De kapot auto is in de garage.
D
De auto kapot.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Ik zag een waardeloos voetbalwedstrijd.
B
Ik zag een waardeloze voetbalwedstrijd.
C
Ik zag een voetbalwedstrijid waardeloos.
D
Ik waardeloos een voetbalwedstrijd.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Ze heeft een gaafe gebit.
B
Ze heeft een gebit gaaf.
C
Ze gaaf gebit heeft.
D
Ze heeft een gaaf gebit.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Vakwoordenlijst
Je krijgt een lijst met vakwoorden.

Slide 23 - Diapositive

opdracht
Je krijgt vakwoorden uit de lessen: dienstverlenende houing, administratie, burgerschap en zorg.
Verzamel de betekenis van de woorden.
Aan het einde van de periode krijg je een woordenschattoets.

Slide 24 - Diapositive

Hoe heb je geleerd deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage