Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Klas 2 - Chapitre 1 - D
Aujourd'hui
Intérro ABC
Grammaire D: passé composé
ex. 16, 17, 18
Le but:
de passé composé toepassen
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Aujourd'hui
Intérro ABC
Grammaire D: passé composé
ex. 16, 17, 18
Le but:
de passé composé toepassen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Le passé composé
Le passé composé = de voltooid tegenwoordige tijd
Om te vertellen wat je gedaan hebt
Ik heb gepraat, wij hebben gedanst, hij heeft gelopen, jullie hebben gegeten etc...
Slide 3 - Diapositive
Le passé composé
De
passé composé
bestaat uit 2 delen:
1.
hulpwerkwoord
(avoir/être)
2. voltooid deelwoord
Slide 4 - Diapositive
Passé composé met avoir
1. Hulpwerwoord: avoir
J'ai Ik heb
Tu as Jij hebt
Il / elle / on a Hij / zij / men heeft
Nous avons Wij hebben
Vous avez Jullie hebben / u heeft
Ils / elles ont Zij hebben
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Le passé composé
2. Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
-->
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
Slide 7 - Diapositive
Le passé composé
2. Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
--> -
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
j'ai regardé
tu as regardé
il / elle a regardé
on a regardé
nous avons regardé
vous avez regardé
ils / elles ont regardé
ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij / zij heeft gekeken
wij hebben gekeken
wij hebben gekeken
u heeft gekeken /
jullie hebben gekeken
zij hebben gekeken
Slide 8 - Diapositive
Le passé composé
2. voltooid deelwoord
Onregelmatige vormen:
avoir ->
eu
j'ai
eu
, (ik heb gehad)
être ->
été
j'ai
été
(ik 'ben' geweest)
faire ->
fait
j'ai
fait
(ik heb gedaan / gemaakt)
Slide 9 - Diapositive
Samen, in stapjes
1. Tu (parler) ___ ___ français?
2. Nous (détester) ___ ___ le fromage.
3. Ils (aimer) ___ ___ les bonbons.
4. Vous (faire) ___ ___ les devoirs.
5. Il (avoir) ___ ___ une bonne note.
Slide 10 - Diapositive
wij hebben gegeven
(donner)
A
tu as donné
B
il a donné
C
nous avons donné
D
vous avez donné
Slide 11 - Quiz
jij hebt gegeten
(manger)
Slide 12 - Question ouverte
hij heeft gewerkt
(travailler)
Slide 13 - Question ouverte
jullie hebben gespeeld
(jouer)
Slide 14 - Question ouverte
wij zijn geweest (être)
A
nous avons eu
B
nous avons été
C
nous avons fait
D
nous avons êtré
Slide 15 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Klas 2 - Chapitre 1 - D
Septembre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - Chapitre 1 - D
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - Chapitre 1 - D
Octobre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
M3 onregelmatige ww passé composé
Novembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Chapitre 1 CD
Septembre 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé Composé
Septembre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
11 september 2020 2 havo
Septembre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Le passé composé 2H herhaling
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3