Herhaling leefomgeving herhaling Rivieren

 2.2 Op klompen in het water
 2.3 Ruimte voor de rivier
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 2.2 Op klompen in het water
 2.3 Ruimte voor de rivier

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen  
  1. Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied
  2. Je kunt uitleggen hoe die eigenschappen de waterafvoer beïnvloeden
  3. Je weet welke gevolgen ruimtelijke aanpassingen in de rivieren hebben gehad voor de waterafvoer en bevaarbaarheid.
  4.  Je kunt beschrijven welke omstandigheden de waterafvoer van een rivier bepalen. 
  5. Je kunt voorspellen door welke factoren de waterafvoer van onze rivieren zal veranderen. 
  6. Je kunt gevolgen van de grotere extremen in de waterafvoer van de rivier beschrijven en verklaren
  7. Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren. 
  8. Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd. 
  9. Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt. 

Slide 2 - Diapositive

Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel

Slide 3 - Question de remorquage

Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval

verhang

middenloop

benedenloop

dwarsprofiel


Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding

Slide 4 - Question de remorquage

Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?

Slide 5 - Diapositive

Vertragingstijd

Regenval 

Water in de rivier.

Invloed op de piekafvoer.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd en piekafvoer 

Slide 8 - Diapositive

absolute zeespiegelstijging
Bodemdaling
Relatieve zeespiegelstijging

Slide 9 - Question de remorquage

Amersfoort aan zee wordt regelmatig gebruikt om de toekomst van Nederland te beschrijven.
Waarom?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Drietrapsstrategie

Slide 18 - Diapositive

Ruimte voor de Rivier

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Vidéo

Welke maatregelen uit Ruimte voor de Rivier zijn in de IJsseldelta genomen?

Slide 22 - Question ouverte

Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. 
Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen. 

Slide 23 - Diapositive

De Ooijpolder werd een van de meest geschikte gebieden gevonden als noodoverloopgebied. Geef twee argumenten waarom juist de Ooijpolder geschikt werd gevonden.

Slide 24 - Question ouverte

Leerdoelen  
  1. Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied
  2. Je kunt uitleggen hoe die eigenschappen de waterafvoer beïnvloeden
  3. Je weet welke gevolgen ruimtelijke aanpassingen in de rivieren hebben gehad voor de waterafvoer en bevaarbaarheid.
  4.  Je kunt beschrijven welke omstandigheden de waterafvoer van een rivier bepalen. 
  5. Je kunt voorspellen door welke factoren de waterafvoer van onze rivieren zal veranderen. 
  6. Je kunt gevolgen van de grotere extremen in de waterafvoer van de rivier beschrijven en verklaren
  7. Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren. 
  8. Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd. 
  9. Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien