H2.2 & H2.3

Thema 2: Voortplanting
Basisstof 2: Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 3: Hormonen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2: Voortplanting
Basisstof 2: Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 3: Hormonen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en hoe bevruchting verloopt
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke voortplanting bij bloemplanten plaatsvindt;
  • Je kunt de delen en werking van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting bij planten
Planten kunnen mannelijk, vrouwelijk of tweeslachtig zijn



  • Meeldraden: mannelijk geslachtsorgaan van de plant
  • Stampers: vrouwelijk geslachtsorgaan van de plant

Slide 3 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting bij planten

Slide 4 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting bij planten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Soorten bestuiving
  • Zelfbestuiving: Stuifmeel op stempel van dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: Stuifmeel op stempel van een andere plant
  • Veredeling: Geselecteerde gewassen kruisen om nakomelingen met gewenste eigenschappen te krijgen 

Slide 7 - Diapositive

Begrippen
  • Diploïde cel : elk chromosoom komt in de cel voor in paren (2n) (met uitzondering van de geslachtschromosomen)
    bv: normale lichaamscellen
  • Haploïde cel:  elk chromosoom komt in de cel slechts één keer voor (n).

    bv. eicellen en zaadcellen
  • Zygote: bevruchte eicel



Slide 8 - Diapositive

HAPLOID & DIPLOID
Haploïd (n) = van alle 
chromosomen is één 
exemplaar aanwezig.

Diploïd (2n) = van alle
chromosomen zijn twee
exemplaren aanwezig.


Slide 9 - Diapositive

haploïd
diploïd
afk.
n
2n
chromo-somen
enkel
in paren
cel
zaadcel/eicel
lichaamscel
deling
meiose
mitose
mens
n=23
2n=46

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Meiose= reductiedeling  
Tabel 76B
een diploide cel
2n=4
Er ontstaan 2 haploide cellen n=2
Er ontstaan 4 haploide cellen n = 2

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zaadcellen 86A

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Zaadcel
Sperma bestaat uit:
  • zaadcellen (spermacellen) uit de teelballen
  • basisch vocht uit de zaadblaasjes dat de zaadcellen actief maakt.
  • vocht met voedingsstoffen afkomstig uit de prostaat
Tijdens een zaadlozing verlaten 300 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam

Slide 18 - Diapositive

Het vrouwelijk geslachtsorgaan en de eicellen 86 B

Slide 19 - Diapositive

Bevruchting 86E        

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

2.3 Hormonen

Slide 23 - Diapositive

Leerdoel
Je kent de werking van hormonen bij voortplanting van de mens.

Slide 24 - Diapositive

Hormoon = signaalstof

Slide 25 - Diapositive

Hormoonklieren
Overzicht van de belangrijkste hormoonklieren ->

Een hormoonklier maakt hormonen een geeft deze af aan het bloed.

Slide 26 - Diapositive

Hormonale verschillen

Slide 27 - Diapositive

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier

Slide 28 - Diapositive

De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen.

Beinvloedt de hypofyse
De hypofyse is de hormoonklier

Er is een hypofyse voorkwab en een achterkwab

Slide 29 - Diapositive

Hormonen man
-GnRH vanuit hypothalamus -> productie hypofyse LH en FSH
-FSH stimuleert vorming zaadcellen in zaadbal

-LH stimuleert productie testosteron
-Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken maar – (remt) productie FSH, LH en GnRH 
(zie afbeelding in binas)

Slide 30 - Diapositive

Hypofyse
Man (constant niveau)
Vrouw (niet constant niveau)
FSH
+ Vorming zaadcellen in teelbal
+ Rijping follikels
+ Productie oestrogeen
LH
+ productie testosteron
(+ zaadcellen & + secondaire gesl. kenm.
+ Oestrogenen
+ Bij hoge concentratie ontstaat ovulatie

Slide 31 - Diapositive

Hormonen vrouw

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Dag 1: start menstruatie.

FSH stijgt en stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

FSH = follikel stimulerend hormoon

Slide 34 - Diapositive

Rijpende follikels geven oestrogenen af.


Slide 35 - Diapositive

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

De productie oestrogeen bereikt een hoogtepunt. Dit stimuleert de hypofyse om  veel LH af te geven. 



-> piek in LH 

Slide 36 - Diapositive

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.


Slide 37 - Diapositive

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.
 
Progesteron remt de afgifte van LH en FSH.

Slide 38 - Diapositive

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
LH en FSH worden niet meer geremd en menstruatie komt op gang.

Slide 39 - Diapositive

Hypofyse
Man (constant niveau)
Vrouw (niet constant niveau)
FSH
+ Vorming zaadcellen in teelbal
+ Rijping follikels
+ Productie oestrogeen
LH
+ productie testosteron
(+ zaadcellen & + secondaire gesl. kenm.
+ Oestrogenen
+ Bij hoge concentratie ontstaat ovulatie

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 11 t/m 19 H2.2
Opdracht  21 t/m 23 H2.3

Slide 42 - Diapositive